Je hebt recht op vakantiegeld voor ieder (deel van de) maand waarin je salaris hebt ontvangen. Dit vakantiegeld is, onverminderd het bepaalde in artikel 16 lid 2 van de Wet op het minimumloon en minimum vakantiebijslag, 8% van je maandelijks ontvangen salaris inclusief eventueel meer-uren.
Het vakantiegeld wordt in de maand mei of in periode 5 uitbetaald. Vervalt per 1 juni 2025: Het is ook mogelijk om af te spreken dat je vakantiegeld in twee termijnen wordt uitbetaald.
Per 1 juni 2025: In afwijking van het vorige lid, kan op jouw verzoek en in overleg met je werkgever het vakantiegeld maandelijks/ per periode van 4 weken uitbetaald worden. Je kan het verzoek tot aanpassing van de uitbetaling van het vakantiegeld maximaal één keer per jaar indienen bij je werkgever.
Het vakantiegeld wordt berekend over het salaris dat je hebt ontvangen in de periode juni of periode 6 van het vorige kalenderjaar tot en met mei of periode 5 van het lopende kalenderjaar. Je vakantiegeld wordt eerder uitbetaald als je uit dienst treedt.
Als je 21 jaar of ouder bent, bedraagt het minimale vakantiegeld € 2.466,41/ € 2.565,07 (per 1 juli 2025)/ € 2.654,85 (per 1 juli 2026) bij een voltijd dienstverband. Dit bedrag wordt steeds geïndexeerd op het moment van de in de cao overeengekomen algemene loonsverhogingen.