Bij wet is het pensioengevend salaris (wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioenen en maximering pensioengevend inkomen. Stb. 2014, 197, laatstelijk gewijzigd Stb. 2015, 455) ‘afgetopt’ op maximaal € 137.800 per 1 januari 2024 en € 137.800 per 1 januari 2025.
Medewerkers die op 1 december 2024 in dienst waren én in 2024 een pensioengevend salaris hadden boven de aftoppingsgrens, ontvangen in uiterlijk februari 2025 een eenmalige incidentele bruto uitkering ter grootte van 50% van de premie die de werkgever zou moeten afdragen aan PFZW over het pensioengevend salaris boven deze aftoppingsgrens, indien deze grens niet zou hebben gegolden.
Medewerkers die op 1 december 2025 in dienst waren én in 2025 een pensioengevend salaris hadden boven de aftoppingsgrens, ontvangen in uiterlijk februari 2026 een eenmalige incidentele bruto uitkering ter grootte van 50% van de premie die de werkgever zou moeten afdragen aan PFZW over het pensioengevend salaris boven deze aftoppingsgrens, indien deze grens niet zou hebben gegolden.