Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

Cao VVT 2025-2026

Cao Verpleeg-, Verzorgingshuizen, Thuiszorg en Jeugdgezondheidszorg 2025-2026

Protocol afspraken

  1. FWG-onderzoek 

    Cao-partijen volgen de ontwikkelingen van het FWG-onderzoek ‘Waarde van werk’. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek gaan cao-partijen met elkaar in gesprek. Daarbij worden ook de (tussen)opbrengsten betrokken van de reeds lopende verkenning van “Project FWG” naar de mogelijkheden om te komen tot een nieuwe en vereenvoudigde manier van functiewaardering voor de deelnemende branches en andere gebruikers van het FWG-systeem.

  2. Tijdspaarfonds

    Cao-partijen willen zo snel als mogelijk een tijdspaarfonds laten oprichten. Als dit fonds rendementen behaalt, worden deze ingezet ten behoeve van de indexering van de verlofspaarsaldi. 

  3. Onderzoek stroomlijnen/opnieuw inrichten loongebouw

    Cao-partijen continueren in de looptijd van deze cao het onderzoek naar de mogelijkheden om het loongebouw te stroomlijnen/opnieuw in te richten. Cao-partijen spreken daarbij de ambitie uit om met een vernieuwd en meer consistent loongebouw de positie te versterken op de arbeidsmarkt. Daarnaast hebben cao-partijen de ambitie om de inpassingsnummers/volgnummers in de salaristabellen te verwijderen en de huidige periodieken te verduidelijken door deze opnieuw te nummeren. De uitkomst van het onderzoek wordt onderdeel van de volgende cao-onderhandelingen. 

  4. Stageplaatsen voor de Physician Assistant 

    Cao-partijen zullen onderzoek doen naar de wijze waarop een optimalisatie kan worden gedaan in de toegankelijkheid, bekendheid en afstemming van vraag en aanbod van de functiegerichte stageplaatsen voor de Physician Assistant (PA).

  5. Medewerkers met hormonale klachten, zoals menstruatieklachten en de overgang 

    Cao-partijen zullen met een projectmatige aanpak aandacht vragen voor de problematiek van medewerkers met hormonale klachten, zoals menstruatieklachten, de overgang en de daarmee samenhangende fysieke en psychische klachten. Het project zal worden ondergebracht in het programma ‘Over Morgen’ dat met de maatwerkregeling in duurzame inzetbaarheid en eerder uittreden (MDIEU) wordt uitgevoerd. 

  6. Arbeidstijden en werkdagen

    Cao-partijen willen medewerkers meer zeggenschap geven over hun werkweek. Dit draagt bij aan een gezonde werk-privé balans en het voorkomen van overbelasting. Duidelijkheid over het aantal werkdagen is hierbij cruciaal en vraagt om maatwerk. In deze cao is een majeure, eerste stap gezet richting meer zeggenschap en het belonen van flexibele inzet. Cao-partijen realiseren zich ook dat deze aanpak gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van zorgorganisaties. Er is tijd nodig om dienstenpatronen, lengte van diensten en werkwijzen aan te passen. Partijen monitoren de effecten voor medewerkers van de nieuwe norm. Ook onderzoeken zij welke stappen nog meer gezet kunnen worden richting meer regie op de werk-privé balans, het aantal werkdagen en de werktijden van medewerkers. Daarom spreken partijen af:

    • vóór 1 januari 2026 te onderzoeken in hoeverre deze systematiek ook van toepassing kan zijn voor de functie Hulp bij het Huishouden;
    • nader onderzoek te doen naar de behoefte onder diverse groepen medewerkers voor wat betreft werk-privé balans, arbeidstijden (inclusief voorwaarts roterend roosteren), het aantal werkdagen per week en het aantal aaneengesloten werkdagen;
    • nader onderzoek te doen naar de (on)mogelijkheden van het aanbieden van langere diensten bij zorgorganisaties;
    • een werkgroep in te stellen die verdere stappen op dit vlak in gezamenlijkheid verkent;
    • een evaluatie te doen aan het einde van de looptijd van deze cao.
       
  7. Recht op onbereikbaarheid beter borgen

    Cao-partijen willen het recht van medewerkers om buiten werktijd onbereikbaar te zijn beter borgen. In de praktijk willen medewerkers (door organisatiebeleid of uit eigen beweging) vaak toch bereikbaar zijn of werkzaamheden verrichten. Dit is niet wenselijk omdat medewerkers hierdoor meer risico lopen overbelast te worden. Cao-partijen onderzoeken de praktijk en bepalen gedurende de looptijd van deze cao hoe het recht op onbereikbaarheid concreet kan worden gemaakt met afspraken in de cao of op organisatieniveau en welke ondersteuning en instrumenten hierbij nodig zijn. 

  8. Landelijke klachtencommissie 

    Cao-partijen onderzoeken gedurende de looptijd van deze cao of, en zo ja op welke wijze, een basis voor een landelijk sociaal plan kan worden opgesteld. 

  9. Onderzoek landelijk sociaal plan

    Cao-partijen constateren dat niet alle medewerkers hun vakantie-uren opnemen voor de situaties waarvoor ze zijn bedoeld. Dit kan leiden tot werkdruk, onvoldoende hersteltijd en uiteindelijk uitval. Cao-partijen willen tijdens de looptijd van de cao onderzoeken wat de redenen zijn dat medewerkers hun vakantie-uren niet tijdig opnemen. Daaruit moet blijken of er voldoende hersteltijd is en zo niet, wat de redenen daarvan zijn. Bij ongewenste effecten worden in de volgende cao aanvullende afspraken gemaakt, met als doel dat de vakantie-uren tijdig worden opgenomen. Hierbij is het afspreken van de wettelijke vervaltermijn voor vakantie-uren een mogelijkheid.

  10. Onderzoek opname vakantie-uren en hersteltijd

    Cao-partijen constateren dat niet alle medewerkers hun vakantie-uren opnemen voor de situaties waarvoor ze zijn bedoeld. Dit kan leiden tot werkdruk, onvoldoende hersteltijd en uiteindelijk uitval. Cao-partijen willen tijdens de looptijd van de cao onderzoeken wat de redenen zijn dat medewerkers hun vakantie-uren niet tijdig opnemen. Daaruit moet blijken of er voldoende hersteltijd is en zo niet, wat de redenen daarvan zijn. Bij ongewenste effecten worden in de volgende cao aanvullende afspraken gemaakt, met als doel dat de vakantie-uren tijdig worden opgenomen. Hierbij is het afspreken van de wettelijke vervaltermijn voor vakantie-uren een mogelijkheid.

  11. Dichten loonkloof

    Cao-partijen zijn overeengekomen dat als er extra middelen beschikbaar komen voor het dichten van de loonkloof de cao hierop aangepast zal worden voor de salarisschalen van functiegroepen 25 t/m 65.  Cao-partijen intensiveren hun gezamenlijke inzet voor het dichten van de loonkloof. Hiertoe stellen partijen een werkgroep samen waarin alle werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties vertegenwoordigd zijn. 

  12. Positionering en arbeidsmarkttekort artsen in de VVT

    Cao-partijen stellen een werkgroep in die onderzoek gaat doen naar de positie van artsen in de VVT ten opzichte van de Raad van Bestuur, met bijzondere aandacht voor hun rol als medisch eindverantwoordelijke. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van het convenant “Rol en inspraak specialist ouderengeneeskunde” wat is gesloten tussen FBZ, Verenso, ActiZ, Zorgthuisnl en LAD. In het convenant zijn de verantwoordelijkheden en inspraak van specialisten ouderengeneeskunde duidelijk vastgelegd. Tijdens de looptijd van de cao gaan cao-partijen aan de slag met: 

    1) De positionering van artsen 

    Cao-partijen onderstrepen het belang om het medisch leiderschap en verantwoordelijkheden te erkennen en te versterken, zoals in het convenant is aangegeven. De medische regie die de specialist ouderengeneeskunde heeft, moet duidelijker worden gemaakt in de strategische besluitvorming van de organisatie. Inzet van de LAD-interventie “arts aan de bestuurstafel” wordt in het onderzoek in overweging genomen. 

    2) Het tekort aan artsen 

    Het tekort aan artsen in de VVT is een urgent probleem dat vraagt om innovatieve oplossingen. In lijn met de afspraken in het convenant, zullen de achterbannen van de aangesloten partijen bij het convenant betrokken worden bij het ontwikkelen van beleid dat gericht is op het aantrekken en behouden van artsen. Dit kan onder andere inhouden dat er gekeken wordt naar aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en werkstructuren die bijdragen aan een gezonde werkdruk. Voor de looptijd van de cao ontvangen specialisten ouderengeneeskunde in loondienst, die participeren in bijzondere diensten (zoals bedoeld in cao artikel 4.3), een tijdelijke arbeidsmarkttoeslag voor de duur van deze cao van € 100 per maand.

    De uitkomst van de werkgroep moet leiden tot een verbeterde positie van artsen in de VVT, maar ook tot het realiseren van een betere samenwerking tussen zorgprofessionals en het bestuur, in lijn met de eerder gemaakte afspraken over inspraak en medeverantwoordelijkheid. Daarnaast zal de uitkomst moeten leiden tot een gerichte aanpak van het groeiende arbeidsmarkttekort.

  13. WerkUrenBerekenaar

    Eén van de belemmeringen om meer of minder uren op contract te gaan werken is dat medewerkers onvoldoende financieel inzicht hebben in hun persoonlijke situatie, waardoor ze uit angst voor financiële nadelen huiverig kunnen zijn om de contractomvang te wijzigen. Om medewerkers meer inzicht te geven in de financiële gevolgen van meer of minder uren werken, hebben het Nationaal Instituut voor Bugetvoorlichting (Nibud), Stichting Het Potentieel Pakken en WOMEN Inc., de WerkUrenBerekenaar ontwikkeld. Deze online tool laat zien wat het een medewerker onder de streep oplevert als de medewerker meer of minder uren gaat werken. Door naast het salaris, ook alle toeslagen, premies en heffingen mee te rekenen, krijgt de medewerker in korte tijd een compleet overzicht van zijn of haar persoonlijke situatie. Cao-partijen gaan de WerkUrenBerekenaar voor medewerkers in de VVT kosteloos ter beschikking stellen. Werkgevers bieden medewerkers de mogelijkheid om ondersteuning te krijgen bij het invullen van de Werkurenberekenaar en advies op basis van de uitkomsten. Deze mogelijkheid wordt ook geboden bij medewerkers die het vakantiegeld of eindejaarsuitkering maandelijks/per periode van 4 weken willen laten uitbetalen.

  14. Loondoorbetaling tijdens de eerste 104 weken ziekte

    Cao-partijen zijn overeengekomen om vóór 1 januari 2026 onderzoek te doen naar een andere staffel van de loondoorbetaling tijdens de eerste 104 weken ziekte, waarbij 170% over 104 weken het uitgangspunt blijft. Cao-partijen spreken hierbij de ambitie uit om de loondoorbetaling stapsgewijs af te bouwen en hierbij oog te hebben voor medewerkers die binnen de 104 weken aantoonbaar niet meer aan het arbeidsproces kunnen deelnemen.

Bijlages