‘We proberen onvrijwillige zorg veilig en persoonsgericht uit te voeren’
Een terugblik op de conferentie praktijktuinen Wet Zorg en Dwang
‘We proberen onvrijwillige zorg veilig en persoonsgericht uit te voeren’ keyvisual
‘Hoe betrekken jullie de patiënt en familie?’, ‘Hoe traint jouw organisatie het personeel?’ of ‘Wanneer wordt de huisarts betrokken?’ Een kleine greep uit de vragen die werden besproken 24 november op de conferentie praktijktuinen Wet Zorg en Dwang (Wzd). Bij de bijeenkomst in Driebergen-Zeist kregen de verschillende praktijktuinen de kans om hun ervaringen en inzichten met elkaar, zorgprofessionals, cliëntenorganisaties en andere zorgaanbieders te delen. De dag werd afgesloten met de aanbieding van de toekomstagenda: ‘verbreden, verdiepen en verder’ aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).
Wat is de Wet Zorg en Dwang?
Het doel van de Wzd is om onvrijwillige zorg zoveel mogelijk te voorkomen, maar als dat niet kan op een zorgvuldige en veilige manier onvrijwillige zorg te verlenen. Aan mensen die daarover moeilijk zelf kunnen beslissen of zorg niet willen maar dat wel nodig hebben. De Wzd voorziet dan in een aantal mogelijkheden om toch onvrijwillige zorg te bieden die noodzakelijk is om ernstig nadeel voor cliënten te voorkomen. De kern van de wet is: ‘geen dwang, tenzij het echt niet anders kan.’ De wet verschaft de cliënt en zijn verwanten ook meer rechten, bijvoorbeeld recht om door een clientenvertrouwenspersoon te worden bijgestaan.
Praktijktuinen
De voorganger van de Wzd gold alleen voor de intramurale zorg, niet voor de zorg buiten de muren. Met de uitvoering van de Wzd op zowel de intramurale als extramurale praktijk, is de wet geheel nieuw voor het werkveld van de wijkverpleging. Om duidelijk te krijgen wat er nodig is om de Wzd buiten de muren uit te voeren zijn in 2021 de praktijktuinen van start gegaan. Daarbij stond de vraag centraal wat en wie er nodig zijn om de Wzd uit te voeren? En als dat niet anders kan, welke vormen van onvrijwillige zorg veilig en verantwoord kunnen worden uitgevoerd bij kwetsbare ouderen thuis en in de wijk?
Zes enthousiaste koplopers zijn aan de slag gegaan met de praktijktuinen: Opella, ZorgSpectrum, Argos Zorggroep/Zonnehuisgroep/Careyn, Evean, Salland United (VVT-aanbieders in de regio Deventer) en de Zorggroep (Noord- en Midden-Limburg). Zij hebben ieder hun eigen aanpak, startpunt en bevinden zich in verschillende fases van lokale en regionale samenwerking.
De praktijktuinen zijn een pilot van de Regiegroep Extramurale Wzd, bestaande uit ActiZ, Alzheimer Nederland, Dementie Netwerk Nederland, InEen/LHV, LOC Waardevolle Zorg, NZa, V&VN, VWS en ZorgthuisNL.
Gemeenschappelijke ervaringen
Ondanks de eigen aanpak en individuele regionale uitdagingen, waren er onder de praktijktuinen genoeg gemeenschappelijke ervaringen. Een daarvan was het gedeelde standpunt dat bewustwording onder het personeel een groot aandachtspunt is. In hun dagelijkse werkzaamheden hebben zorgmedewerkers vaak niet door dat ze onvrijwillige zorg leveren. Om dit wel te herkennen en een andere zorgoplossing aan te kunnen bieden is intensieve training. Dit vraagt om een lange adem, waarbij het al vroeg in het proces aan de orde moet komen. ‘Gebruik daar vooral veel casuïstiek uit de praktijk voor en deel je casus met andere organisaties’, geven ze als tip mee. Ook benadrukte de deelnemende organisaties dat je er niet bent met alleen een e-learning module. Je moet echt kiezen voor fysieke leermomenten.
Vertrouwen om te bouwen
‘Je moet de cliënt leren kennen om zo vertrouwen op te bouwen.’ Ook dit is een veel gehoorde boodschap tijdens de bijeenkomst. Bij beginnende dementie kan de cliënt nog goed aangeven wat hij of zij prettig vindt. In situaties waar onvrijwillige zorg onvermijdelijk of noodzakelijk lijkt, kan dan gekozen worden voor een andere optie. Door de cliënt beter te leren kennen kan er maatwerk worden geboden in de zorgvraag.
Een derde gemeenschappelijke ervaring was de nadruk op samenwerking in de keten voor goede vroegsingalering. ‘Het is belangrijk om al vroeg in de keten de eerste signalen op te merken dat een cliënt op ten duur onvrijwillige zorg moet krijgen.’ Dit begint al bij de huishoudelijk hulp die beginnende dementie bij een cliënt kan opmerken. Ze moeten gemakkelijk de weg kunnen vinden naar de wijkverpleging. Ook dit vraagt om training en scholing van het personeel.
Voorkomen van onvrijwillige zorg
De bijeenkomst was ook een gelegenheid om van elkaar te leren, juist op de punten waar hun ervaringen of aanpak verschilde. Zo legde sommige praktijktuinen met name de nadruk op het voorkomen van onvrijwillige zorg. Zorgorganisaties Evaen en Opella zien de keuze voor onvrijwillige zorg vooral als een ethische keuze. Daarom laten ze de training aan het personeel omtrent bewustwording ook geregeld doen door een adviseur in ethiek en schuift er regelmatig een cliënt vertrouwenspersoon aan. Zo krijgt een zorgmedewerker beter in beeld wat hun eigen waarde en normen zijn en die van de cliënt.
Andere praktijktuinen richten zich in hun aanpak vooral op hoe ze onvrijwillige zorg veilig konden leveren, mocht er geen andere optie zijn. De praktijktuin van zorgorganisatie Salland United benadrukte dat wanneer er sprake is van onvrijwillige zorg de samenwerking in de regio tussen zorgpartijen cruciaal is. Salland United maakt gebruik van de al bestaande samenwerkingsinfrastructuur, dat samenkomt in het multidisciplinair overleg (MDO). Hierin nemen niet alleen de huisarts, specialist ouderengeneeskunde en de wijkverpleging zitting maar is er ook de mogelijkheid om experts van buitenaf uit te nodigen. Zoals een verslavingsspecialist of schuldhulpverlening. Zo proberen ze de onvrijwillige zorg veilig en persoonsgericht uit te voeren.
Statement
De dag werd afgesloten met de aanbieding van de toekomstagenda: ‘verbreden, verdiepen en verder’ aan Ard van Briemen van de Directie Langdurige Zorg bij VWS. Hij sprak daarbij zijn complimenten uit over de voortgang en inzichten die de praktijktuinen hebben opgeleverd. Bij het ministerie hebben ze door de praktijktuinen meer oog gekregen voor de problemen met de Wzd en onvrijwillige zorg in de praktijk.
Een van de inzichten was dat de Wzd moet landen in alle zorgdomeinen, het moet een integraal onderdeel vormen van hoe zorg wordt verleend. Hij staat open voor het versoepelen van het huidige stappenplan, wat nu nog een verplicht karakter heeft in de uitvoering van de Wzd.