“Geef ruimte aan lokale initiatieven: niet ondanks, maar dankzij de overheid”
Vijf vragen aan Ageeth Ouwehand (RVS) over het meest recente advies van de raad: 'Het rimpeleffect'
“Geef ruimte aan lokale initiatieven: niet ondanks, maar dankzij de overheid” keyvisual

De samenleving veroudert in rap tempo. Maar volgens de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) gaat het debat daarover te vaak alleen over ouderen en zorg. In het agenderende advies Het rimpeleffect pleit de RVS voor een bredere blik: veroudering raakt ons allemaal en vraagt om een fundamenteel andere benadering. Raadslid Ageeth Ouwehand legt aan de hand van vijf vragen uit waar het volgens haar om draait.
Wat bedoelt de RVS met een 'verouderende samenleving'?
“Vergrijzing wordt vaak gelijkgesteld aan ouderen en zorg. Maar veroudering raakt ons allemaal: jong én oud. Het heeft effect op wonen, werken, zorgen en samenleven. De impact – en ook de kansen – worden nu nog te beperkt en te fragmentarisch benaderd. Dat willen wij openbreken. En dat beschrijven we in ons advies Het rimpeleffect.”
Waarom de titel 'Het rimpeleffect'?
“Natuurlijk is het een knipoog naar het ouder worden, maar belangrijker: een eerste aanzet voor een echt andere benadering zet een beweging in gang die veel verder reikt dan je denkt. Zoals een steen die het water raakt, ook langer na-ijlt. Zo ook met veroudering: het gaat niet alleen om zorg, maar om álle domeinen. Het gaat niet alleen om ouderen, maar om alle generaties. Het gaat niet alleen om wonen, maar ook om werken en zorgen. We willen een beweging op gang brengen: anders kijken, anders richten en anders aanpakken.”
Waar moeten de eerste stappen gezet worden?
“Veel beleid werkt elkaar nu tegen. De overheid stimuleert langer thuis wonen, terwijl voorzieningen in de buurt verdwijnen. Dat wringt. Lokale overheden hebben daar vaak beter zicht op. Het Rijk kan richting geven, maar moet daarna ook ruimte laten aan gemeenschappen om dat op een voor hen passende wijze in te vullen.
“Overheid: stimuleer, faciliteer en zorg voor structurele financiering. Mantelzorgwoningen zijn een goed voorbeeld: doordat vergunningen zijn versimpeld is het makkelijker geworden om zo’n woning op eigen terrein te kunnen plaatsen. Zo sluit beleid beter aan bij wat mensen nodig hebben.”
“Voor ouderen zelf is ook een rol weggelegd. Ons advies is: ‘Zoek actief contact en veranker relaties. En kijk kritisch naar je woonsituatie. Veel ouderen wonen in grote huizen die slimmer benut kunnen worden, bijvoorbeeld door splitsing en de woning geschikt te maken voor meer huishoudens.. Ouderen kunnen zo in hun eigen vertrouwde woning blijven wonen, tegelijkertijd een netwerk dichtbij krijgen en een bijdrage leveren aan de aanpak van het woningtekort. Dat vraagt dus een gerichte keuze van ouderen. Het vraagt ook sterke vereenvoudiging van regelgeving. Want, om splitsing voor elkaar te krijgen, moet door veel hoepels gesprongen worden.”
Welke rol ziet u voor werkgevers en ouderenzorgorganisaties?
“Van werkgevers verwachten we dat ze medewerkers helpen zorg en werk te combineren. Extra zorgtaken in de privésfeer mogen niet leiden tot uitval. Dat vraagt flexibiliteit en oog voor de context van mensen.”
“Voor ouderenzorgorganisaties geldt: de zorg verschuift steeds meer naar de wijk. Hun rol wordt breder, met meer aandacht voor welzijn en een brugfunctie naar het sociaal domein. Dat vraagt om echt anders kijken dan alleen vanuit zorg,om het leggen van verbindingen en vanuit de continuïteit van de eigen organisatie. Dus wellicht ook overhevelen van middelen van zorg naar het sociaal domein.”
Wat is de belangrijkste boodschap met dit advies?
“Het belangrijkst is denk ik het besef dat de veroudering in Nederland niet alleen een zorgvraagstuk is, het óók een kans is voor nieuwe vormen van samenleven. Geef ruimte aan lokale initiatieven – niet ondanks, maar dankzij de overheid. Zorg dat beleid niet tegenstrijdig werkt, maar samenhang bevordert. Dan komt de beweging in de samenleving écht op gang.”
“De politiek moet daarbij verder durven kijken dan de volgende verkiezingen. Geef als Rijk het ‘wat’ aan, maar laat gemeenten het ‘hoe’ invullen. Neem het woningtekort: de landelijke overheid heeft onlangs het plan geopperd gemeenten te verplichten permanente bewoning op vakantieparken minstens tien jaar lang toe te laten. Maar gemeenten willen niet die algemene verplichting, zij willen kunnen bepalen waar die permanente bewoning wel of niet kan. In Zundert bijvoorbeeld vrezen ze anders een herhaling van Fort Oranje. Zulke verschillen moet je als overheid kunnen accepteren. In Bedum gaat het nu eenmaal anders dan in Middelharnis. Dat vraagt moedige bestuurders die ook risico’s durven nemen. Het gaat om richting geven, zonder alles dicht te regelen voor de lokale gemeenschap.”
We worden niet alleen ouder, we worden ook ánders oud.
raadlid Raad Volksgezondheid & Samenleving