Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: Cao Duurzaamheid

Aanbevolen

5 vragen aan
Innoveren leestijd 1 min

‘Blijf samenwerken en kleur bekennen’

Afscheidsinterview met Ronald Schmidt (Cordaan) en Aline Poolen (ZorgAccent) na acht jaar ActiZ-bestuur

Link gekopieerd naar klembord

‘Blijf samenwerken en kleur bekennen’ keyvisual

ronald en aline

Twee beeldbepalende bestuursleden, Ronald Schmidt en Aline Poolen, nemen na acht jaar afscheid van ActiZ. Naast het bestuur zat Poolen in de commissie Digitaal Denken en Doen en Schmidt in de Kerngroep Revalidatie & Herstel. Beiden traden in roerige tijden aan, maakten de coronacrises en grote transities mee en waren pioniers in de nieuwe verenigingsstructuur. In dit dubbelinterview blikken zij terug op successen, uitdagingen en persoonlijke lessen – én geven zij hun opvolgers een duidelijk advies mee.

1

Waar bent je het meest trots op uit uw periode in het bestuur?

‘Het meest trots ben ik op de doorontwikkeling van ActiZ als vereniging’, antwoordt Ronald Schmidt. ‘Acht jaar geleden was de afstand tussen ActiZ en de leden groot. Met de nieuwe verenigingsstructuur – kerngroepen, commissies, bestuurlijk actieve leden – hebben we dat echt weten te draaien. ActiZ lééft nu. Daarnaast hebben we de vereniging getransformeerd van een club die vooral ‘nee’ zei naar een vereniging die actief meebouwt aan oplossingen. De samenwerking met de creatieve industrie, ‘Praat vandaag over morgen’ en de stappen die we hebben gezet in het HLO zijn daar mooie voorbeelden van. En natuurlijk de keuze voor het voorzitterschap van Anneke Westerlaken: een bewuste stap in het profiel dat de vereniging nodig had.’

Voor Aline Poolen is de oprichting van Stichting CumuluZ in 2024 iets waar ze met trots op terugkijkt. ‘Samen met huisartsen, ziekenhuizen, UMC’s en GGZ hebben we dat gedaan om databeschikbaarheid zorgbreed te verbeteren, zodat zorgverleners én burgers op het juiste moment over de juiste informatie beschikken. Dat was hard nodig: in 2025 is het onbegrijpelijk dat informatie van huisarts, wijkverpleging, apotheek en ziekenhuis nog steeds niet tijdig beschikbaar is. Er was veel weerstand, intern en extern, maar door vol te houden, te verbinden en tijd te investeren, is het gelukt. Het is een belangrijke stap voor toekomstbestendige zorg.’

2

Welke ontwikkelingen in de zorg voor ouderen hadden de grootste impact in jouw bestuursperiode?

‘De coronacrisis, zonder twijfel’, zegt Schmidt. ‘We schakelden bijna dagelijks met leden, OMT, RIVM en collega-brancheorganisaties. We hebben ons hard gemaakt voor beschermingsmiddelen en financiële zekerheid voor onze leden, en meegedacht over oplossingen in de keten. Het was misschien een rimpeling in de tijd, maar het liet zien hoe relevant de sector is in een crisis. Sindsdien heeft de VVT een vaste plek in de acute keten – dat was vóór corona echt niet overal vanzelfsprekend.’

‘Corona had voor ons inderdaad heel veel impact’, beaamt Poolen. 'En de groeiende aandacht voor zorg voor ouderen – in de samenleving, bij andere zorgbranches en VWS – is volgens haar echt een grote beweging. ‘Toen ik begon, lieten we met een simpel figuur zien dat de kloof tussen zorgvraag en zorgverleners groter werd. Maar alleen urgentie creëren helpt niet; je moet handelingsperspectief bieden. Dat is ons als vereniging gelukt. De VVT is gegroeid in haar rol in de zorgketen. De pandemie heeft dat versneld: ineens stond de VVT naast ziekenhuizen en huisartsen in het ROAZ. Ook het Integraal Zorgakkoord gaf een extra zet. Inzetten op samenwerking in buurten en wijken, met welzijn, huisartsenzorg en wijkverpleging, is een belangrijke sleutel in de zorg rondom ouderen.’

3

Wat neemt u persoonlijk mee uit uw bestuursperiode? Wat heeft je verrast of geïnspireerd?

Poolen: ‘In het begin was het zoeken: wie gaat waarover? Wat doe je als lid van het bestuur wel en wat niet? Ik kwam ambitieus binnen en vond dat er best een frisse wind door de vereniging mocht. Eén thema waar ik me in de eerste jaren voor heb ingezet is diversiteit. Het is best bijzonder dat in een sector die voor het overgrote deel uit vrouwen bestaat, de top jarenlang vooral mannelijk was. Ik heb daar aandacht voor gevraagd bij vacatures. Inmiddels zie je gelukkig dat het bestuur een prima afspiegeling vormt van de mensen die werken in de sector. Ik heb ook geleerd hoe politiek werkt, hoe akkoorden tot stand komen en ook hoe ze niet helpen in de praktijk. En dat je als vereniging soms kleur moet bekennen, ook als dat niet voor alle 360 leden even comfortabel is. Je moet geen grijze middenmoter willen zijn, want dan bereik je niets.’

Wat Schmidt het meest heeft geraakt, is de samenwerking tussen bestuur, kerngroepen, commissies en bureau. ‘Ik heb gezien hoe mensen bereid zijn hun eigenbelang opzij te zetten voor het grotere geheel. Dat inspireerde me enorm. Het zoeken naar gedeelde opvattingen, geven en nemen – dat is wat ActiZ sterk maakt. Het geeft vertrouwen voor de toekomst.’

4

Welke uitdagingen of kansen zie je voor ActiZ en de sector in de komende jaren?

Poolen noemt een belangrijke vraag of de ‘doorbraakmiddelen’ van het AZWA er daadwerkelijk komen. ‘Als ze er komen hoop ik dat dit veel eenvoudiger wordt uitgevoerd en niet leidt tot nóg meer regionale overlegtafels, dikke pakken papier en governance-constructies. Er zijn al zoveel initiatieven. Focus is nodig. En vergeet vooral de collega’s in het primaire proces niet: zij zíjn de verandering. Betrek hen op het juiste moment, overbelast ze niet, maar neem ze mee wanneer het echt nodig is.’

Cruciaal is volgens Schmidt de balans tussen belangenbehartiging en het werken aan oplossingen. ‘ActiZ moet daarin nóg autonomer worden, los van beleid van VWS of ZN. Personeel en aantrekkelijk werkgeverschap zijn en blijven de grote thema’s. En we moeten blijven nadenken over de ouderenzorg van de toekomst: hoe ziet die eruit en welke keuzes moeten we daar vandaag al voor maken?’

5

Ten slotte rest de vraag wat Schmidt en Poolen willen meegeven aan hun opvolgers

Schmidt: ‘Dat samenwerken het verschil maakt. Dat een vereniging sterker wordt wanneer leden verantwoordelijkheid nemen. En dat trots op de sector geen groot woord is — het is terecht. Blijf trots op de vereniging. We hebben een structuur waarin iedereen mee kan doen en verantwoordelijkheid kan nemen. Maar niets is voor eeuwig: blijf met elkaar praten over wat de vereniging nodig heeft om relevant te blijven. Aan mijn opvolgers zeg ik: steek er net zoveel tijd en passie in als je voorgangers. Het vraagt veel, maar je krijgt er zóveel voor terug.’

Poolen voegt daar aan toe: ‘Dat je als bestuurder soms moet laveren. Je organisatiebelang en het verenigingsbelang kunnen botsen. Gelukkig hebben we geleerd die dilemma’s tijdig én open te bespreken. Dan blijkt er veel meer mogelijk dan je denkt. Blijf met plezier samenwerken in dialoog – in het bestuur en in de Commissie Digitaal Denken en Doen. Durf te kiezen. Beken kleur. Zoek de randen op. En zie jezelf niet als Calimero: onze sector doet ertoe! We hebben bijna een half miljoen collega’s en miljoenen cliënten. Als wij iets goeds organiseren, heeft dat enorme impact op de samenleving. Kortom: werk met lef én liefde voor de sector.’