Van vertrouwen in cijfers naar vertrouwen in elkaar
Margje Mahler en Angelique Schuitemaker in gesprek over minder rapporteren
Van vertrouwen in cijfers naar vertrouwen in elkaar keyvisual
Mahler en Schuitemaker
Zes jaar lang leverden verpleeghuizen algemene personele kerngetallen aan voor rapportage als onderdeel van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Het rapport van oktober 2024 is het laatste waarin cijfers zijn verzameld over o.a. bezetting, ziekteverzuim en het kwalificatieniveau. Zorgbestuurders Margje Mahler en Angelique Schuitemaker bespreken hoe de invoering van het ‘Generiek Kompas – Samen werken aan kwaliteit van bestaan’ een einde maakt aan deze administratieve verplichting. En wat dat betekent voor de sector.
Bestuurder Margje Mahler van zorgorganisatie Sensire was als lid van de ActiZ kerngroep Wonen en Zorg nauw betrokken bij de totstandkoming van het Generiek Kompas. Angelique Schuitemaker is bestuurder bij Brentano en voorzitter van de ActiZ kerngroep Arbeid.
Margje:
‘Allereerst wil ik even stilstaan bij het heugelijke feit dat we een flinke administratieve last minder hebben in de zorg nu we in het Generiek Kompas niet meer jaarlijks personele kerngetallen rapporteren. Het beperken van regeldruk is één van de hoofddoelstellingen van het Generiek Kompas en hoewel dit jaarlijkse rapport solide informatie oplevert, kostte het braaf aanleveren van alle gegevens ieder jaar weer behoorlijk veel uren werk.’
Angelique:
‘Enerzijds is het mooi dat we minder gegevens hoeven aan te leveren, maar anderzijds roept het ook wel vragen op. Want die gegevens bieden ons natuurlijk ook houvast. Hebben we de juiste deskundigheidmix op de vloer staan bijvoorbeeld? Hoe hou je daar grip op als je het niet ergens registreert? Met name als het gaat over kwaliteit moet er overzicht zijn.’
Margje:
‘Ik snap dat die vraag leeft want dat was bij het creëren van het Generiek Kompas ook een doorlopende discussie. Het is niet zo dat als je de cijfers niet meer centraal aanlevert, je ze helemaal niet meer hebt. Deze gegevens komen uit allerlei verschillende databases. We verzamelen behoorlijk wat gegevens in dit land. Maar voor ieder rapport en meting moeten de cijfers weer net iets anders aangeleverd worden, wat weer leidt tot een nieuwe registratievorm. We hebben als Kompaspartijen tegen elkaar gezegd dat we bestaande gegevens gebruiken voor houvast. En dat we scherp zijn naar elkaar om niet steeds weer nieuwe dataverzamelingen aan te leggen.’
Ten tweede reflecteren veel van deze cijfers bepaalde kaders en normen die niet meer van deze tijd zijn. Neem bijvoorbeeld de oude verplichting van het landelijk aanleveren van alle valincidenten en medicatiefouten (MIC meldingen). De kwaliteit van bestaan van mensen met een zorgvraag wordt echt niet beter als je op centraal niveau rapporten over deze incidenten verzamelt. Het helpt medewerkers ook niet bij leren en ontwikkelen na een valincident of medicatiefout. Sterker nog; de tijd die het kost om deze rapportages te maken en aan te leveren gaat af van de echte zorgtijd. Dat is gezien dubbele vergrijzing en schaarste op de arbeidsmarkt niet meer van deze tijd. Wij willen binnen het Kompas kijken naar de wensen en behoeftes van de individuele zorgvrager en die laten zich niet in zulke normen vangen. Zorgverlening moet meer gaan over wat zorgvragers zelf willen en kunnen en veel minder over het volgen van strakke beroepsstandaarden. Deze nieuwe vorm van werken zal zich naast de focus op kwaliteit in meerdere mate richten op de toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg.’
Angelique:
‘Die beweging roept bij veel zorgprofessionals de vraag op: wat wordt mijn rol daarin? Wat wordt mijn functie binnen deze nieuwe manier van werken? Het is een herdefiniëring van je taken. Je verandert van traditionele zorgverlener veel meer in een regisseur die ervoor zorgt dat het leven van de zorgvrager voorrang krijgt. De samenwerking met de familie en informele zorg wordt veel belangrijker. Dat betekent dat je ook taken uit handen moet geven die door anderen gedaan kunnen worden. Dat is wennen voor mensen die opgeleid zijn om de complete zorg voor iemand op zich te nemen. Bovendien levert het vragen op over waardering. Nu waarderen we hoger opgeleiden met hogere salarissen maar is dat straks ook nog zo? ’
Margje:
‘Daar stip je een heel interessant punt aan. Om terug te pakken naar de aanleiding van dit gesprek: het laatste rapport met personele gegevens. Daarin zie je terug dat het aandeel praktisch opgeleide verzorgenden wederom is toegenomen ten opzichte van het aandeel theoretisch opgeleide verpleegkundigen. Betekent dit dat de kwaliteit van zorg is gedaald? Ik denk van niet. We zijn het gesprek over kwaliteit van bestaan op een andere manier aan het voeren. Dat leidt ook tot andere inzet. Daarmee zeggen we niet dat we de expertise van de theoretisch opgeleide collega’s niet waarderen. Bovendien is de strikte grens tussen verpleeghuis en thuis niet meer wenselijk. We hebben de kennis en kunde veel meer en op veel meer plaatsen te delen. Er zit nu nog een grote muur tussen de professionele zorgwereld en de rest van de maatschappij. En die moeten we juist doorbreken, willen we de zorg ook in de toekomst toegankelijk houden.’
Angelique:
‘Zorgverleners worden dus veel meer gemeenschapsbouwers en maatschappelijk werkers. Het is dan belangrijk om dan ook de loonkloof te dichten zodat we deze mensen een marktconform salaris kunnen bieden. Verder denk ik dat we de verschuiving die we hier nu met elkaar bespreken meer moeten terugzien in de zorgopleidingen. En dan denk ik dat we inderdaad meer richting vertrouwen in elkaar en in de samenleving in plaats van vertrouwen in cijfers en vaste kaders.’
Bekijk het het definitieve rapport 'Algemene Personele Kengetallen Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg 2023' en de 'Infographic over personeelssamenstelling'
kompas
In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg is afgesproken dat zorgorganisaties op organisatieniveau gegevens publiceren met betrekking tot de personeelssamenstelling. Voor 1 juli 2024 hebben verpleeghuiszorg organisaties de indicatoren over 2023 op het gebied van personeelssamenstelling digitaal aangeleverd in het daarvoor ontwikkelde portal. De aangeleverde indicatoren zijn beschikbaar via Zorginzicht van het Zorginstituut https://www.zorginzicht.nl/openbare-data/open-data-verpleeghuiszorg . Per 1 juli 2024 is het kwaliteitskader verpleeghuiszorg vervangen door het Generiek Kompas ‘Samen werken aan kwaliteit van bestaan’. Lees hier alle berichten over het Generiek Kompas