Eerste rode dradenanalyse kwaliteitsbeelden: belangrijke stap in de transitie van zorg
Dubbelinterview met Caroline Beentjes en Anton van Mansum over de rode draden analyse van de kwaliteitsbeelden
Eerste rode dradenanalyse kwaliteitsbeelden: belangrijke stap in de transitie van zorg keyvisual
viatence
De eerste rode dradenanalyse van kwaliteitsbeelden in de VVT-sector, uitgevoerd door Berenschot, geeft een waardevolle eerste blik op hoe zorgorganisaties aan de slag zijn gegaan met het Generiek Kompas. Caroline Beentjes (bestuurder bij Samen) en Anton van Mansum (bestuurder bij Bloezem) praten over wat we kunnen leren van de analyse en waarom het werken met kwaliteitsbeelden zo’n belangrijke stap is voor de sector.
Zorgaanbieders hebben dit jaar voor het eerste gewerkt met het Generiek Kompas en voor het eerste een kwaliteitsbeeld gepubliceerd. Uit de recente analyse van bijna 600 kwaliteitsbeelden blijkt dat vvt-organisaties breed werken aan onderwerpen als het kennen van wensen en behoeften van cliënten, het versterken van netwerken, en het organiseren van werk met oog voor technologie, werkplezier en deskundigheid. Ook is er veel aandacht voor leren en ontwikkelen en groeit het gebruik van diverse methoden om inzicht in kwaliteit te krijgen.
Waren jullie verrast door de uitkomsten van de analyse?
Beentjes: 'Eigenlijk niet. We zagen een mooie bevestiging van wat we al wisten, namelijk dat bijna alle bij Actiz aangesloten zorgaanbieders een kwaliteitsbeeld hebben gemaakt. Dat is echt een bijzonder goed resultaat voor een eerste keer. De beelden geven veel inspirerende voorbeelden van hoe organisaties werken aan de toekomst van zorg. We zijn dus goed op weg en dit is een waardevolle start.'
Van Mansum vult aan. 'We slaan met het Generiek Kompas en de kwaliteitsbeelden echt een andere weg in. Waar het vroeger vooral ging om cijfers en verantwoorden, gaat het nu om kwaliteit van bestaan. Het Generiek Kompas biedt een concreet handvat om daar invulling aan te geven. Dat zoveel organisaties hieraan meedoen, laat zien dat we gezamenlijk goed in beweging zijn. Ik zie deze analyse als een nulmeting, en is juist daarom zo belangrijk om die mooie beweging te gaan volgen de komende jaren.'
Wat is het belangrijkste verschil?
'Voorheen leverden we vooral meetgegevens aan die vaak pas een jaar later voor de sector beschikbaar kwamen', zegt Beentjes. 'Dat zei eigenlijk vrij weinig over de dagelijkse praktijk. Nu kijken we vooruit: wat zijn onze ambities, welke beweging maken we als organisatie, en hoe dragen we bij aan de transitie van de zorg? Dat is een wereld van verschil.'
Van Mansum: 'We meten nu natuurlijk nog steeds, als het nodig is, allerlei zaken als bloeddruk en het bloedsuikergehalte en noem maar op, maar we baseren daar niet ons complete kwaliteitsbeleid op. Het eerste uitgangspunt nu is hoe het écht met mevrouw Jansen gaat. Het start met de vraag: wat doet er voor iemand toe? Dat geeft ruimte om echt persoonsgericht te werken en om samen met cliënten, hun netwerk en professionals invulling te geven aan kwaliteit van bestaan.'
Wat vinden jullie opvallend in hoe organisaties hun kwaliteitsbeelden hebben ingevuld?
'Het mooie is dat organisaties er op heel eigen manieren mee aan de slag zijn gegaan. Je ziet veel voorbeelden van het voeren van open gesprekken met cliënten en hun omgeving. Ook het netwerk van cliënten krijgt meer aandacht: wie zijn belangrijk voor iemand, hoe kun je samen kwaliteit van bestaan ondersteunen? Daarnaast zie je dat kwaliteitsbeelden een proces van leren en ontwikkelen in gang zetten, zowel bij organisaties als bij professionals.'
Beentjes vind het vooral inspirerend dat de kwaliteitsbeelden veel meer laten zien hoe werken aan toekomstbestendige zorg eruit ziet. 'Het gaat over de inzet van technologie, het organiseren van toegankelijkheid, het betrekken van netwerken. Wat nog beter kan, is het benoemen van wat níet goed is gegaan. We zijn geneigd vooral successen te delen, maar juist ook de lessen uit mislukkingen maken het beeld sterker.'
Wat nemen we mee voor volgend jaar?
'Ik durf wel te voorspellen dat de beelden volgend jaar nog weer beter zijn', zegt Beentjes. 'Dit eerste jaar was wennen, zoeken, ervaren. Nu kunnen we voortbouwen: meer leren van elkaar, goede voorbeelden delen, en ook kritischer reflecteren. En vooral: laten zien dat we niet klaar zijn, maar continu verbeteren.'
Van Mansum trekt vier lessen. 'Eén: maak van het kwaliteitsbeeld geen propaganda, maar vertel een eerlijk verhaal – ook over wat beter kan. Twee: laat het proces niet alleen bij de afdeling kwaliteit, maar betrek cliënten en professionals actief. Drie: zie het maken van het kwaliteitsbeeld zelf als een interventie die leren en ontwikkelen stimuleert. En vier: wees duidelijk waarvoor je het gebruikt – niet alleen voor verantwoording, maar vooral als lerend instrument.'
Tot slot: hoe kijken jullie vooruit?
'Dit laat zien hoe sterk we als sector samen optrekken. Met zeventien partijen in de Kompasraad werken we aan dezelfde beweging. Dat is uniek, ook internationaal. Ik krijg er zelfs vragen uit het buitenland over. Het is echt een gezamenlijke transitie, en dat moeten we volhouden.'
Beentjes: 'Voor mij is dit een begin. We hebben een goede nulmeting, en nu is het zaak elk jaar te verbeteren. We blijven leren en ontwikkelen, en dat moeten we ook expliciet laten zien in de kwaliteitsbeelden. De rode draden analyse laat zien: de sector is op weg en er is veel inspiratie. Tegelijkertijd moeten kwaliteitsbeelden moeten de komende jaren verder groeien tot een krachtig instrument om te leren, te verbeteren en kwaliteit van bestaan centraal te stellen.'
- Download hier het factsheet