Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Financieren leestijd 1 min

Hoe zit het met de nieuwe bekostiging wijkverpleging?

Vijf vragen aan ActiZ-bestuurder Jeroen van den Oever over de nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging

Link gekopieerd naar klembord

Hoe zit het met de nieuwe bekostiging wijkverpleging? keyvisual

Wijkverpleging voor de deur

Van hulp bij het douchen tot wondverpleging en van hulp bij infusen tot ondersteuning bij het omgaan met dementie. De wijkverpleging is bijzonder divers en cruciaal om thuis te kunnen blijven wonen of te herstellen. Verschillende partijen in de wijkverpleging werken samen aan een nieuwe bekostiging, die meer ruimte moet bieden voor zorgprofessionals in de wijk om mensen passende zorg te verlenen. Zorgbestuurder Jeroen van den Oever, lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis, vertelt over de stand van zaken rond de nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging.

1

Waarom wordt er gewerkt aan een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging?

'Al heel lang is er de wens om af te komen van het betaald krijgen op basis van gewerkte tijd (‘uurtje-factuurtje’). Die werkwijze leidt namelijk tot krampachtige minutenzorg waar we juist van af willen en het stimuleert bovendien ongecontracteerde commerciële aanbieders om zoveel mogelijk zorg te leveren. Iets wat in deze tijd niet meer passend is. Juist in de wijkverpleging wil je meer ruimte bieden aan zorgprofessionals om passende zorg te kunnen bieden. In de periode 2016-2021 was er een experiment  met integrale uurtarieven en integrale week- en maandtarieven. Dat leverde veel positieve ervaringen op. ActiZ wil die ervaringen graag behouden, maar het lukte echter niet om die integrale tarieven om te zetten naar reguliere bekostiging. De integrale prestaties bleken niet toepasbaar te zijn voor de ongecontracteerde zorg. En wettelijk is het niet mogelijk om twee verschillende bekostigingssystemen naast elkaar te hebben voor gecontracteerde en ongecontracteerde zorg. Daarom is gekozen om de winst van het vorige experiment te behouden via een nieuw experiment: de nieuwe bekostiging wijkverpleging op basis van clientprofielen.'

'Een andere reden voor het zoeken naar beter passende bekostiging is het toegenomen belang van systeemfuncties in de wijkverpleging. Dit zijn functies in de wijkverpleging die cruciaal zijn voor de organisatie en de beschikbaarheid van de zorg. Denk aan de ongeplande avond-, nacht- en weekendzorg of eerstelijns coördinatiepunten. We willen deze systeemfuncties in de wijk kostendekkend overal kunnen uitvoeren. De ervaring is echter dat dergelijke beschikbaarheidsfuncties niet goed passen in de manier van werken in de Zorgverzekeringswet. Want hoewel het voor iedereen essentieel is, zijn ze niet direct aan één specifieke cliënt of patiënt gekoppeld. En daarmee is het lastig te financieren en te organiseren. Dit wil ActiZ anders. Daar gaat de nieuwe bekostiging bij helpen.'

We willen af van het uurtje-factuurtje dat passende zorg en beschikbaarheid van wijkverpleging belemmert

Jeroen van den Oever \

ActiZ kerngroep Zorg Thuis

2

Waarom de keuze voor ‘clientprofielen’?

'De cliëntprofielen moeten inzicht geven in de zorgvraag van cliënten, op basis van een aantal cliëntkenmerken. Als dat goed gaat werken, krijgt de zorgorganisatie betaald op basis van de zwaarte van het werk dat hoort bij een bepaald cliëntengroep. Wat ActiZ betreft is de keuze voor cliëntprofielen overigens niet heilig en moet het systeem zich eerst nog goed gaan bewijzen. We hebben duidelijke afspraken gemaakt dat de overstap in declareren pas echt gebeurt als de zorgaanbieder en zorgverzekeraar daar achter staan.'

Nieuwe bekostiging wijkverpleging: wat moeten zorgorganisaties doen?

Het nieuwe experiment bekostiging wijkverpleging start per 2024 en loopt tot en met 2028. Kern voor ActiZ blijft dat een nieuwe manier van bekostigen een verbetering moet betekenen voor zowel zorgprofessionals als zorgorganisaties en dat cliënten er geen nadeel van ondervinden.

Als het experiment slaagt zal vanaf 2029  de nieuwe bekostigingswijze definitief worden ingevoerd voor iedereen. Het huidige ‘uurtje-factuurtje’ in de wijkverpleging is dan voorgoed verleden tijd. Overigens onderzoekt de NZa of het mogelijk is om in de bekostiging van de wijkverpleging onderscheid te kunnen maken tussen gecontracteerde en ongecontracteerde zorg. Voordat het zover is, moet er nog wel veel gebeuren. Wat staat zorgorganisaties te wachten?

  • In 2023 werken ICT-leveranciers hard aan updates van Elektronische Cliëntendossiers, zodat cliëntprofielen geregistreerd kunnen worden in het cliëntendossier en op termijn toegevoegd kunnen worden aan declaraties.
  • Gedurende het jaar 2024 kunnen zorgaanbieders hun systemen inrichten om de clientprofielen ook daadwerkelijk te registreren, maar is aanlevering nog niet verplicht. Zo kan alvast ervaring worden opgedaan met het vaststellen van een cliëntprofiel krijgen op basis van vragenlijst, die wijkverpleegkundigen doornemen bij elke nieuwe indicatie of herindicatie.
  • Vanaf 1 januari 2025 zijn zorgorganisaties verplicht cliëntprofielen  toe te voegen als apart gegeven aan de declaraties, tegelijkertijd vervalt dan de registratieplicht van ZN-doelgroepen. Als zodanig verandert de bekostiging daardoor nog niet.
  • In de periode 2025 - 2028 zullen naar verwachting cliëntprofielen ook een rol spelen in de contractering tussen zorgorganisaties en zorgverzekeraars. Nadrukkelijk is afgesproken dat dit alleen gebeurt als beide partijen, aanbieder en verzekeraar, daarvoor kiezen. 
  • In 2029 kan de nieuwe bekostiging van wijkverpleging definitief moeten worden. Partijen zullen uiteraard nauwlettend volgen of dit een verantwoorde en wenselijke stap is.
3

Welke meerwaarde heeft dit voor zorgorganisaties?

'De integrale tarieven zijn echt de grootste meerwaarde. Ook de ruimte voor aparte bekostiging van systeemfuncties en gespecialiseerde verpleegtechnische teams zijn pluspunten. De meerwaarde van cliëntprofielen moet wat ons betreft nog wel blijken uit het experiment. In alle eerlijkheid: in de ogen van ActiZ is de meerwaarde van cliëntprofielen beperkt. Tegelijkertijd is het binnen de context van het huidige stelsel het maximaal haalbare. En is er – gelet op ervaringen bij de pilotorganisaties – wellicht ook winst te behalen. Zorgorganisaties krijgen met cliëntprofielen mogelijk meer inzicht in de samenstelling van hun cliëntenpopulatie. De profielen kunnen mogelijk ook meer informatie bieden dan alleen declaraties doen. En dat kan weer gebruikt worden om bijvoorbeeld ook meer aan wijkgerichte preventie te doen.'

'Ook voor zorgverzekeraars bieden profielen meer inzicht. Bijvoorbeeld in hoe de kosten in een bepaalde regio te verklaren zijn. Het biedt een basis om het gesprek over de inhoudelijke kant van de zorgverlening te voeren. En door het werken met week-, maand- of kwartaaltarieven zijn de risico’s voor zorgverzekeraars beter in te schatten.'

4

Welke kansen en risico’s brengt dit met zich mee?

'In principe zullen veel wijkverplegingsorganisaties in eerste instantie gewoon blijven werken met het integrale uurtarief, waarbij de ZN-doelgroepen worden vervangen door cliëntprofielen. In zoverre verandert er niets qua bekostiging. Dan is het risico niet anders dan nu. Er ligt een kans voor zorgorganisaties én zorgverzekeraars om te werken met week-, maand- of zelfs kwartaaltarieven. Dat biedt meer voorspelbaarheid in de kosten voor zorgverzekeraars. En geeft meer ruimte en mogelijkheden voor zorgorganisaties én zorgprofessionals om de juiste passende zorg te kunnen bieden, ook met de nadruk op preventie.'

'Een risico van de nieuwe bekostiging is een verkeerd gebruik als benchmark. Dat risico is er overigens nu ook met de ZN-doelgroepen, maar kan ook met cliëntprofielen optreden. Bijvoorbeeld dat er wordt gestuurd op een gemiddeld aantal uren op basis van het profiel, terwijl dit in de populatie in een bepaald gebied of doelgroep niet passend is. Of dat er discussie komt over ‘lichte’ profielen, die voor de cliënt wel degelijk noodzakelijke en passende zorg betekenen. Je wilt immers niet dat de financier op de stoel van de zorgprofessional gaat zitten. Een ander risico is dat er te veel verfijning komt in het toepassen van differentiatie in tarieven per cliëntprofiel. Dat kan dan weer leiden tot een wirwar van tarieven bij verschillende zorgverzekeraars met een schijnnauwkeurigheid en hoop bureaucratie. In de afspraken die wij hebben gemaakt is nadrukkelijk vastgelegd dat we nauwlettend evalueren en desnoods het experiment stoppen als het slecht uitpakt.'

Er ligt een kans voor zorgorganisaties én zorgverzekeraars om te werken met week-, maand,- of zelfs kwartaaltarieven. Dat biedt meer voorspelbaarheid en minder administratieve lasten

Jeroen van den Oever \

ActiZ kerngroep Zorg Thuis

5

Hoe zit het met administratieve lasten?

'Wanneer per cliënt inderdaad met week-, maand- of kwartaaltarieven gewerkt kan worden, kan dat een flinke vermindering van administratieve lasten betekenen. Ook de vragenlijst om de cliëntprofielen te bepalen, zijn door de wijkverpleegkundigen van de pilotorganisaties niet als administratieve last ervaren. Voorwaarde is wel dat ze daarbij ondersteund worden vanuit het Elektronisch Cliëntendossier (ECD). De vragenlijst moet op een logische plek, aansluitend bij het werk van wijkverpleegkundigen worden ingebouwd. Ook is gekeken naar wanneer het niet nodig is een cliëntprofiel op te stellen. Bijvoorbeeld als een zorgprofessional van een andere organisatie een ongeplande nachtdienst overneemt. Zo wordt voorkomen dat professional en cliënt worden belast met een vragenlijst, zonder dat die een toegevoegde waarde heeft.'

'Ook is gekeken hoe het moet als zorgprofessionals van verschillende zorgorganisaties bij een cliënt komen. Bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige van de ene organisatie en een casemanager dementie van een andere organisatie. Een heel circus van onderlinge verrekeningen wil je niet. Hier is afgelopen periode goed naar gekeken in de pilots. Dit is nu opgelost in de bekostiging door één van de organisaties het profiel mee te laten sturen en de andere – veelal die de bijkomende gespecialiseerde zorg levert – niet. Zonder dat er onderling verrekend hoeft te worden. Enfin, zo gaan we stap voor stap leren en het systeem proberen te verbeteren.'

ActiZ bestuurslid Jeroen van den Oever

Jeroen van den Oever (links), lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis en bestuurder van zorgorganisatie Fundis