Het debat kenmerkte zich door een grote hoeveelheid en diversiteit aan onderwerpen, zoals: gegevensuitwisseling en -bescherming in de zorg, E-health, slimme zorg en dus administratieve lasten. Daarbij was de urgentie om nu echt wat te doen aan de enorme administratieve last in de zorg duidelijk aanwezig. CDA-Kamerlid Joba van den Berg benadrukte dat er met alle controlerende regels een wereldbeeld van wantrouwen is gecreëerd richting de zorgprofessional en de cliënt. Volgens haar moeten we van wantrouwen terug naar vertrouwen. Onlangs pleitte ActiZ-bestuurder Trudy Prins ook voor meer vertrouwen in de medewerker.

Onnodige afvinklijstjes

Voor Van den Berg begint dit met het stoppen van de onnodige afvinklijstje: ‘Hiermee stomp je  mensen af in plaats van een beroep te doen op hun professionaliteit en deskundigheid.’ Dat de bewindspersonen door willen met het programma ‘(Ont)Regel de Zorg’ ziet zij dan ook als een positieve ontwikkeling, al moet er wel écht een tandje bij. Op dit moment is het volgens haar een druppel op de gloeiende plaat. Minister Helder heeft toegezegd om hier op terug te komen in de verantwoordingsrapportage, die komt in het tweede kwartaal van 2023.

Verder vraagt ze aan minister Helder om de regels in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), die nu per gemeente verschillen, terug te dringen en te uniformeren. Dit is iets waar ActiZ al langer voor pleit en opnieuw aandacht voor vroeg in het paper, dat voorafgaand aan het debat was gedeeld met de Tweede Kamer. Van den Berg benoemt dat de vele verschillende regels, zoals productcodes van behandelingen, waar zorgorganisaties aan moeten voldoen leiden tot een enorme hoeveelheid administratieve lasten. Door landelijke regie van de minister kan dit gelijk worden getrokken. De minister erkent de problemen en geeft aan dat ze hier samen met de staatssecretaris van VWS aan werkt. Hierbij ligt de prioriteit op het standaardiseren van de regels rond inkoop en verantwoording van de Wmo.