Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

Financieren Werken Nieuws leestijd 1 min

De vraag naar wijkverpleging veel groter dan het aanbod

ActiZ onderzocht beschikbaarheid wijkverpleging

Link gekopieerd naar klembord

De vraag naar wijkverpleging veel groter dan het aanbod keyvisual

Wijkverpleging op pad in auto

Teveel mensen die wijkverpleging nodig hebben, kunnen niet terecht of krijgen minder zorguren dan gewenst. ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties, onderzocht de effecten van jarenlang te weinig investeren in de wijkverpleging. ‘Dit is in de eerste plaats heel naar en zorgelijk voor cliënten’, zegt Caroline Beentjes, voorzitter van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis, ‘maar heeft ook direct effect op wijkverpleegkundigen door een te hoge werkdruk en op huisartsen en ziekenhuizen die veel meer tijd kwijt zijn aan bemiddeling.’

In het rapport ‘Wachten op wijkverpleging. Onderzoek naar de beschikbaarheid van wijkverpleging’  is voor het eerst niet alleen onderzocht hoe het is gesteld met de kosten in de wijkverpleging, maar werd vooral gekeken naar effecten van een beperktere toegang tot wijkverpleging voor cliënten, zorgverleners en mantelzorgers. Het onderzoek onderstreept volgens ActiZ het belang van de gemaakte afspraken in het Integraal Zorgakkoord om te investeren in goede wijkverpleging.

ActiZ kerngroep Zorg Thuis-voorzitter Caroline Beentjes: ‘We zien de negatieve effecten van achtergebleven investeringen: cliënten die minder uren zorg krijgen dan eerder, wijkverpleegkundigen die werkplezier verliezen en proberen met nog harder te werken gaten dicht te lopen. Maar we zien ook heel duidelijk de belangrijke rol van de wijkverpleging in ons zorgstelsel. Toen de druk op de wijkverpleging werd opgevoerd, werd dat direct gevoeld door andere partijen in de zorgketen.’

Te grote druk op wijkverpleging wordt direct gevoeld door anderen in het zorgstelsel

Caroline Beentjes \

voorzitter ActiZ kerngroep Zorg Thuis

Minder wijkverpleging betekent meer drukte voor andere zorgverleners

De onderzoekers signaleerden dat huisartsen meer tijd kwijt zijn aan bemiddeling. Het kost meer tijd om passende wijkverpleging te vinden die in actie kan komen. Ook ziekenhuizen zien dat ze door de uitgeklede wijkverpleging meer tijd kwijt zijn aan bemiddeling en dat het moeilijker voor hen is om mensen uit het ziekenhuis te laten herstellen na operaties met goede zorg thuis. ‘Maar’, zo ziet Beentjes, ‘een onderbelichte groep zijn mantelzorgers. We zien dat de druk op hen enorm is enorm is toegenomen omdat ze de gaten proberen dicht te lopen.’

Het onderzoek onderstreept het belang van goede wijkverpleging

Caroline Beentjes \

voorzitter ActiZ kerngroep Zorg Thuis

Verwachtingen bijstellen

Het onderzoek laat zien hoe ver de vergrijzing op dit moment al doorwerkt in de praktijk van de zorg thuis. Beentjes: ‘De vraag naar wijkverpleging groeit hard en investeringen zijn nodig om die vraag bij te benen.’ Maar dat is volgens ActiZ niet het enige. ‘De zorg voor ouderen verandert fundamenteel’, stelt Beentjes. ‘En dat betekent dat verwachtingen bijgesteld moeten worden. Wijkverpleging kan pas worden geboden als andere mogelijkheden zijn uitgenut. Wat kan iemand zelf doen, hoe kan techniek iemand ondersteunen, wat kan iemands netwerk aan? Pas dan kunnen we beoordelen hoe groot de inzet van de wijkverpleging kan zijn.’ ActiZ ontwikkelde mede hierom de campagne 'Praat vandaag over morgen', zodat mensen zich kunnen voorbereiden op goed oud worden.

Blijvend investeren

‘Goede wijkverpleging is cruciaal voor de hele zorgketen. Er zijn daarom goede afspraken gemaakt in het Integraal Zorgakkoord’, zegt Beentjes. ‘Maar we roepen zorgverzekeraars op blijvend te investeren in goede wijkverpleging met reële tarieven. De wijkverpleegkundige is een van de enige beroepsbeoefenaren die achter de voordeur bij mensen de mogelijkheid heeft alles aan elkaar te verbinden en daarmee een belangrijke rol heeft in het thuis kunnen blijven wonen. De wijkverpleging is de spin in het web van thuiswonende kwetsbare mensen.’

Investeren in niet-cliënt gebonden zorg
ActiZ vraagt specifiek aandacht voor onderdelen in de wijkverpleging die niet direct cliëntgebonden zijn. ‘Denk aan bezetting in de avond- nacht en weekend, coördinatie van herkenbare en aanspreekbare wijkverpleging, wijkgerichte preventie of aan meer tijd voor overleg met andere zorgverleners zoals huisartsen of professionals in het sociaal domein om samenwerking te verbeteren en zorg beter af te stemmen. Die onderdelen zijn essentieel voor een goed functionerende wijkverpleging, maar worden niet standaard vergoed vanuit de Zorgverzekeringswet. Terwijl het de beschikbaarheid van wijkverpleging vergroot.’

Investeren in meer loonruimte en minder regeldruk
Naast kwalitatief goede zorg, moet werkplezier van de professionals in de wijk volgens ActiZ voorop staan. ‘Niet voor niets tekende ActiZ het manifest ‘De medewerker op 1’, geeft Beentjes aan. ‘Werkgevers in de wijkverpleging doen daarin wat ze kunnen, in samenwerking met zorgmedewerkers. Maar voor het bieden van marktconforme salarissen (we weten dat de inkomenspositie van velen in onze sector niet goed is) en het verminderen van de administratieve lasten zijn echt de politiek en de financiers aan zet. Zorgprofessionals in de wijkverpleging verdienen hogere salarissen en minder regeldruk.’

ActiZ bespreekt de uitkomsten van het onderzoek met het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en Zorgverzekeraars Nederland.

De zeven belangrijkste uitkomsten uit 'Wachten op wijkverpleging'

Sinds 2018 is de omvang van de geleverde zorg via wijkverpleging min of meer gelijk gebleven terwijl de vraag naar verwachting steeds groter wordt. Het aantal cliënten is sinds 2018 nauwelijks toegenomen en het gemiddeld aantal uren per cliënt is gedaald. Terwijl de vraag naar wijkverpleging juist toeneemt door vergrijzing, langer zelfstandige wonende ouderen en kortere ziekenhuisopnames.

De vraag naar wijkverpleging neemt toe door vergrijzing, langer zelfstandige wonende ouderen en kortere ziekenhuisopnames. De vraag naar wijkverpleging neemt de komende jaren per saldo volgens de prognose van het RIVM toe van 586 duizend cliënten in 2021 naar bijna 800 duizend in 2033 (een verwachte gemiddelde groei van 2,6% per jaar). Ook andere prognoses zoals het Prognosemodel Zorg en Welzijn gaan hiervan uit.

De lagere beschikbaarheid van wijkverpleging zorgt dat er steeds vaker minder uren dan passend geleverd kunnen worden. De (schaarse) capaciteit wordt verdeeld door (steeds) minder uur per cliënt te leveren. Daarbij is er een verschil tussen het leveren van minder uren dan passend wordt geacht door de wijkverpleegkundige zelf en het leveren van minder uren dan verwacht door cliënten en/of hun verwijzers. De verwachtingen van mensen lopen dus niet altijd overeen met wat kan of nodig is.

Het aantal geleverde uren varieert sterk per cliënt. Bij gecontracteerde zorg is het aantal uren per cliënt lager dan bij ongecontracteerde zorg. Tussen 2017 en 2021 is het gemiddeld aantal uren wijkverpleging (exclusief zorg via een  persoonsgebonden budget (pgb)) per cliënt afgenomen: gecontracteerde zorg -19%, niet-gecontracteerde zorg -26%. Bij gecontracteerde zorg betekende dat een daling van 16 uur in 2017, naar 13 uur per maand in 2021. Bij niet-gecontracteerde zorg een daling van 42 uur in 2017, naar 31 uur per maand in 2021.

Door de afname van het aantal uren per cliënt dalen ook de gemiddelde kosten per cliënt. In 2018 bedroegen de kosten voor wijkverpleging per cliënt gemiddeld € 6157 per jaar en in 2021 € 5603 (in rapport 'Wachten op wijkverpleging': figuur 3): een daling van gemiddeld 3,1% per jaar.

De afname van de beschikbaarheid van wijkverpleging werkt door in andere sectoren van de zorg. Omdat wijkverpleging een spil vormt in de zorgketen van zelfstandig wonende ouderen neemt bij geen of te weinig uren wijkverpleging de vraag naar zorg elders toe. Het gevolg hiervan is dat de druk op de mantelzorg (nog verder) toeneemt en de werkdruk voor huisartsen nog hoger wordt. Daarnaast komen ouderen mogelijk eerder in het ziekenhuis en blijven ze daar langer liggen dan nodig.

Mantelzorgers zelf ervaren dat ze extra hulp en ondersteuning verrichten als de wijkverpleging minder zorg kan bieden. Bijna de helft van de mantelzorgers die voor het onderzoek zijn bevraagd geeft aan dat het beroep op hen toeneemt bij onvoldoende wijkverpleging voor hun naasten.

De vraag naar tijdelijke intramurale zorg zoals eerstelijnsverblijf neemt mogelijk toe en ook de gemiddelde ligduur in de geriatrische revalidatiezorg kan toenemen wanneer de wijkverpleging overvraagt wordt.

Het minder uren leveren dan passend, verhoogt de werkdruk (verder) en verlaagt de motivatie voor wijkverpleegkundigen. Hierdoor kan het personeelstekort nog verder oplopen.