Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Innoveren Werken leestijd 1 min

Rekenschap in plaats van verantwoording in het Generiek Kwaliteitskompas

Vijf vragen aan Marthijn Laterveer over het Generiek Kwaliteitskompas

Link gekopieerd naar klembord

Rekenschap in plaats van verantwoording in het Generiek Kwaliteitskompas keyvisual

Client in behandeling van zorgmedewerker

Josje Blokland

Zorg waarbij mensen en hoe ze samenleven het belangrijkste zijn. En niet de protocollen, regels en andere belangen. Daarvoor zet Marthijn Laterveer zich in als bestuurder van het cliëntennetwerk LOC Waardevolle zorg. ‘Dat idee was vroeger vrij radicaal, maar nu eindelijk verankerd in het Generiek Kwaliteitskompas.’

Aan de hand van het Generieke Kompas werken we thuis, in de wijk en in het verpleeghuis aan kwaliteit van bestaan. In deze reeks artikelen komen deskundigen aan het woord over één van de vijf bouwstenen van het kompas. Dit keer bouwsteen 1: Het kennen van wensen en behoeften

1

In de vorige kwaliteitskaders moest je ook je cliënt kennen, wat is nu anders in het kompas?

‘In de kwaliteitskaders voor verpleeghuizen en wijkverpleging stond alles wat je moest doen als zorgverlener om kwalitatief goede zorg te leveren vastgelegd in normen. Dat kun je misschien fijn vinden want heldere regels geven duidelijkheid. Maar in het kwaliteitskompas wordt de slag gemaakt naar veel meer zelf en met elkaar nadenken. Niet meer een strakke personeelsnorm maar samen zoeken welke expertise er nodig is om goede zorg te verlenen. Op basis van dat je de mens die zorg nodig heeft kent en weet wat diegene wil.’

2

Kun je daar een praktisch voorbeeld van geven?

‘Stel bijvoorbeeld dat je ziet dat iemand doorligwonden heeft. In het oude kader lag de nadruk op het meten en verantwoorden. Daardoor ging daar ook veel tijd en aandacht naar uit. Terwijl je zou willen dat de professional vooral bezig is met kijken hoe je de pijn kunt verlichten en de persoon comfortabeler kan laten liggen. In het oude systeem legde je verantwoording af over wat je gedaan hebt. Alles goed bijhouden om later te kunnen bewijzen dat je niets fout hebt gedaan. In het kwaliteitskompas leg je rekenschap af. Dat is dat je trots bent op je werk en weet dat je op basis van de dialoog met de cliënt en jouw professionaliteit en ervaring als zorgprofessional het beste hebt gedaan voor de persoon in kwestie.’

3

En daarvoor moet je constant het gesprek voeren?

‘Een constante dialoog, zeker. Het oude kader ging er toch wel vanuit dat in iedere situatie en setting dezelfde regels zouden moeten gelden. Maar ieder mens en omgeving is anders. En dat kan bij iemand gedurende de tijd veranderen. Wat is voor die persoon van belang? En dat vraagt soms om het loslaten van je eigen kaders die je als professional soms geneigd bent op een ander te leggen. Het is ook steeds zoeken hoe je continu kunt afstemmen op wat iemand belangrijk vindt. Denk aan iemand met dementie, als je je verdiept in diegene, kun je afleiden wat die persoon graag zou willen. Daarbij gaat het niet alleen om wie iemand vroeger was. Maar het feit is dat het leven van iemand die dementie heeft er anders uit ziet dan voorheen.’

4

Moet het netwerk van de cliënt hier ook altijd bij betrokken worden?

‘Naasten horen bij de persoon die zorg nodig heeft. De betrokkenheid van naasten bij de zorgverlening is van groot belang. Maar ik ken toch nog wel organisaties die de betrokkenheid van naasten en familieleden zien als manier om gaten te dichten in de zorg die ze zelf niet geregeld krijgen. Daarmee worden de naasten een verlengstuk van de organisatie. In plaats van de persoon zelf met zijn netwerk als uitgangspunt te nemen. En op basis daarvan te kijken hoe je als zorgorganisatie daarbij kunt aansluiten.’

5

Daar zijn dus ook geen strakke regels meer voor?

‘Nee, alles in overleg. Nog een voorbeeld uit de praktijk: Toen een grootvader naar het verpleeghuis verhuisde, wilde de familie ook ’s avonds bij hem langs blijven komen zoals ze gewend waren. Zonder aan te hoeven bellen met een sleutel naar binnen. Maar voor de medewerkers op locatie was het onprettig dat er dan laat in de avond ineens allemaal mensen naar binnen liepen. Daar schrokken ze toch van. Daarop is afgesproken dat ze voor negen uur in de avond gewoon met hun sleutel naar binnen kunnen maar na negen uur even bellen vooraf. Zodat de medewerker weet dat er mensen komen. Dat is eigenlijk precies zo’n afspraak die je kunt maken als je de wensen en behoeftes kent van de cliënt en de naasten.'