‘Regionale samenwerking is essentieel’
‘Regionale samenwerking is essentieel’ keyvisual
Ook zorg thuis is anders in coronatijd. Bij zorgorganisatie Omring in Noord-Holland zagen ze begin maart al de donkere wolken aan de horizon. Om de richtlijnen van het RIVM op te volgen, was het noodzakelijk om zorg verantwoord terug te brengen. Ruim zes weken later, durft directeur Thuiszorg Jan Leunis de Beij weer aan opschalen te denken. ‘Dat is mogelijk door het versneld invoeren van innovaties, een speciaal corona thuiszorgteam, een uitgebreider testbeleid en een goede regionale samenwerking.’
Covid-19 vraagt veel van iedereen die werkt in de zorg. Niet alleen in de ziekenhuizen, maar ook in de ouderenzorg en in de zorg thuis. In de artikelenserie Zorg in coronatijd laten we zien wat covid-19 voor medewerkers en organisaties betekent. Van duivelse dilemma’s tot kansen, van hoge werkdruk tot mooie samenwerkingen.
‘We hebben de afgelopen tijd ongeveer 20% minder zorg geleverd’ vertelt De Beij. ‘Het zoveel mogelijk beperken van contact was noodzakelijk om verdere besmetting te voorkomen. We hebben zelf gekeken waar het verantwoord was om zorg terug te brengen. Dat hebben we echt legitiem onderbouwd. Maar ook cliënten gaven aan liever niet te veel mensen over de vloer te krijgen en bijvoorbeeld meer zorg van hun mantelzorgers te ontvangen.’
Innovaties
Het terugbrengen van zorg kon volgens De Beij op een verantwoorde manier, omdat Omring een aantal innovaties versneld heeft ingevoerd. Hij noemt verzorgend wassen, klittenband zwachtelen, medicatiedispensers en beeldbellen als voorbeelden. ‘Deze innovaties besparen onder andere tijd. Verzorgend wassen kan bovendien prettiger zijn voor de cliënt. We hadden net een pilot afgerond en zouden het eigenlijk eerst in zes teams implementeren. Nu hebben we het in alle teams versneld ingevoerd. Klittenband zwachtelen heeft als voordeel dat een een cliënt of mantelzorger het ook zelf kan leren. Ook beeldbellen en medicatiedispensers dragen bij aan de zelfredzaamheid van een cliënt.’
Schrijnend
Nu ruim zes weken later ziet De Beij dat het voor sommige cliënten en mantelzorgers wel zwaar begint te worden. ‘Er is ook sprake van eenzaamheid. Thuiszorg is voor veel cliënten een belangrijke schakel. Als dat wegvalt, zijn mensen soms echt alleen. Dat is schrijnend. Het geeft ook aan hoe belangrijk informele zorg is. In andere gevallen is de zorg toch krap en waar de dagbesteding is uitgevallen, is de druk op de thuissituatie hoog. Op geleide van de wijkverpleegkundige kijken we nu waar het mogelijk is om zorg op te schalen naar een niveau dat de thuissituatie weer goed hanteerbaar maakt. Dat kan ook door de innovaties die nu zijn ingevoerd.’
Schone en besmette route
Andere maatregelen die zijn genomen, zorgen er ook voor dat er meer mogelijk is. De Beij noemt als eerste de verruimde testmogelijkheden. ‘In Alkmaar hebben we een teststraat voor medewerkers. Binnen 24 uur heeft iemand met klachten duidelijkheid. Dat geeft medewerkers een veilig gevoel en we kunnen nu met zekerheid beslissen of iemand kan blijven doorwerken.’ Ook het aparte corona thuiszorgteam, creëert ruimte. ‘We hebben een corona en niet-corona route. Dat biedt meer zekerheid en veiligheid voor reguliere medewerkers. Het zorgt bovendien voor een efficiënter gebruik van beschermings-materialen. Je gebruikt ze nu waar ze echt nodig zijn.’
Regionale afspraken
De route kwam tot stand door een netwerk van diverse VVT-organisaties in de regio. ‘We hebben gezorgd voor goede regionale samenwerkingsafspraken. In de reguliere teams dragen we cliënten aan elkaar over en er is één triagepunt. Alle cliënten worden via vaste punten in kaart gebracht. Bovendien is er een goede ketenaanpak. Dat is echt essentieel om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Ook daardoor kunnen we nu verantwoord naar de zorg weer opbouwen.’ Of dat al helemaal naar het oude niveau kan, weet hij niet. ‘Door de innovaties kunnen we misschien toch met wat minder zorg toe. Bovendien verwachten we nog wel wat uit de ziekenhuizen. We zien dat post-corona cliënten lang heel moe zijn en een revalidatietraject nodig hebben. We hebben wellicht capaciteit nodig om die stroom op te vangen.’
‘Ik heb heel veel bewondering voor de veerkracht van onze medewerkers. Dat afschalen van zorg, is bijvoorbeeld niet makkelijk. Medewerkers komen soms ergens al jarenlang over de vloer, je bent onderdeel van een systeem. Zoiets raakt aan je professionele betrokkenheid. We weten dat het beter is, maar ons hart huilt. Natuurlijk was er ook angst. Angst om cliënten te besmetten of familieleden. Angst om zelf ziek te worden. Het is dan zaak om goed te blijven uitleggen. Op intranet, maar ook in telefonische contacten en je te realiseren dat het voor medewerkers elke keer spannend is om op die fiets te stappen.’
Zelf heeft De Beij veel geleerd de afgelopen weken. ‘Dat het goed is te leren van wat al eerder is bedacht. We hebben contact opgenomen met organisaties in Brabant om te horen hoe zij het hadden geregeld. Binnen twee weken hadden we een team up and running. Maar ook dat regionale samenwerking echt essentieel is om dingen voor elkaar te krijgen.’