‘Preventie van complexe wonden is mijn volgende uitdaging’
Lisanne Pomp, verpleegkundig specialist
‘Preventie van complexe wonden is mijn volgende uitdaging’ keyvisual
Lisanne Pomp is verpleegkundig specialist bij Icare Verpleging en Verzorging in Flevoland. Zij heeft zich toegelegd op de zorg van complexe wonden in de wijkverpleging. In overleg met collega-wijkverpleegkundigen, het wondteam en artsen probeert ze dergelijke wonden te genezen. Ze stelt behandelplannen op en, indien nodig, past ze in samenspraak met de betreffende arts de medicatie aan.
Dit is de wijkverpleging
Dagelijks gaan duizenden wijkverpleegkundigen en verzorgenden op pad om mensen thuis zorg en ondersteuning te bieden. Ze hebben een uniek en belangrijk beroep en zijn eigenlijk de enigen in de zorg die zo vaak achter de voordeur van mensen komen. De wijkverpleging helpt mensen zelf regie te houden op hun leven, juist wanneer dat lastig is. Ook is de wijkverpleging belangrijk voor ons zorgstelstel: ze voorkomt ziekenhuisopnames, ontlast huisartsenpraktijken en zorgt dat mensen na een ziekenhuisbehandeling thuis verder kunnen herstellen. In de reeks ‘Dit is de wijkverpleging’ lees je meer over het gevarieerde werk van wijkverpleegkundigen.
Als wijkverpleegkundige wilde Lisanne Pomp (34) een nieuwe uitdaging aangaan. Ze besloot de tweejarige masteropleiding verpleegkundig specialist te volgen, die ze drie jaar geleden afrondde. `Deze studie is heel breed maar ik merkte dat vooral de impact van wonden op het dagelijks leven en op de zelfredzaamheid van mensen mij fascineerde. Daarin ben ik me gaan verdiepen en dat bleek een goede match. Ik zie het als een uitdaging als ik een wond voor me krijg die niet lijkt te genezen. Dan bijt ik me daarin vast zodat er toch beweging komt in dat herstelproces. Ik vind het super interessant het totaalplaatje in kaart te brengen om het welbevinden van de cliënt te optimaliseren.’
Zelfstandige behandelrelatie
Pomp is opgeleid om een zelfstandige behandelrelatie met een cliënt aan te gaan. Ze komt vooral in beeld bij nieuwe cliënten bij wie een complexe wond niet geneest en de diagnose en oorzaak nog onbekend zijn. `Ik stel via een anamnese zelf de diagnose, waarna ik samen met de cliënt een behandelplan maak. Dat plan is zowel op de wond als op het onderliggend lijden gericht. Dan moet je denken aan vaatlijden, diabetes en hartfalen. Daar focus ik mij eerst op. Want als dergelijke ziektes niet stabiel zijn, geneest een wond nooit. Medicatiegebruik is vaak een van de verstorende factoren in het genezingsproces. Als iemand geneesmiddelen gebruikt die daar een negatief effect op hebben, ga ik daarover in overleg met de betreffende arts. Samen kijken we of het mogelijk is met die medicatie te stoppen. Indien nodig, schrijf ik antibiotica en medicinale zalf voor.’
Cliëntbezoeken en professioneel overleg
Iedere dag is weer anders en dat maakt haar werk boeiend, vertelt Pomp enthousiast. Een werkdag begint met het lezen van mails. `Daaruit filter ik eerst de acute vragen vanuit onze wijkteams, huisartsen en ziekenhuizen om die te beantwoorden. Vervolgens ga ik de wijk in waar ik nieuwe cliënten met ernstige wonden bezoek. Soms kom ik in een latere fase nog eens terug om het behandelplan te evalueren en zo nodig aan te passen. De middag staat vaak in het teken van overleg met collega-wijkverpleegkundigen en met externe zorgprofessionals, zoals huisarts, specialist, ergotherapeut, fysiotherapeut en diëtist. Wanneer een casus heel complex is, ga ik met de patiënt mee naar het ziekenhuis.’
Neuzen naar één kant
Voor zo’n ziekenhuisbezoek plant Pomp een multidisciplinair overleg in. Afhankelijk van de problematiek zit daar bijvoorbeeld een vaatchirurg, dermatoloog, internist en/of een wondverpleegkundige van het ziekenhuis bij, legt ze uit. `Ik wil de neuzen één kant op krijgen, zodat we allemaal dezelfde weg bewandelen om het gewenste doel te bereiken. Het is belangrijk dat we de afzonderlijke plannen samensmeden tot één plan. Uiteraard gebeurt dit alles in samenspraak met de cliënt.’ Tijdens dat bezoek streeft Pomp niet alleen naar een gezamenlijk plan, ook fungeert ze als intermediair. `De cliënt krijgt vaak een heleboel informatie over zich heen die hij of zij niet altijd begrijpt. Ik probeer op cliëntniveau uitleg te geven zodat die persoon een weloverwogen keuze kan maken. Daarbij kijk ik ook of de voorstellen vanuit het ziekenhuis passen in de thuissituatie.’
Lezingen en scholingen
Een goede regionale samenwerking met andere disciplines is volgens Pomp essentieel. Haar streven is de samenwerking tussen de eerste en de tweede lijn verder te verbeteren. `In de eerste lijn is een groot kennistekort in de wondzorg. Huisartsen weten niet altijd wanneer ze moeten doorverwijzen. Daarom hebben we ook wondspreekuren bij huisartsen opgezet. Verder geef ik lezingen en scholingen over wondzorg, zowel intern aan onze wijkteams als extern aan huisartsenpraktijken en verpleeghuizen. De grootste uitdaging nu is preventie. Wonden worden steeds complexer door onderliggende ziektebeelden of doordat mensen veel te laat met een ernstige wond naar de huisarts gaan. Door betere samenwerking, waarbij ook gemeenten een rol kunnen spelen, moeten we de beoogde populatie beter in kaart brengen zodat we vroegtijdig kunnen ingrijpen. Ik ben hoopvol gestemd. Toen ik hier begon, was de wondzorg een ondergeschoven kindje. Nu staat die serieus op de agenda.’