Politieke steun voor eerstelijnszorg belangrijker dan ooit
Wil van de Laar blikt vooruit op het Commissiedebat eerstelijnszorg
Politieke steun voor eerstelijnszorg belangrijker dan ooit keyvisual
De eerstelijnszorg speelt een cruciale rol in de gezondheid en kwaliteit van leven van veel Nederlanders. Maar door de vergrijzing, toenemende zorgvraag en het personeelstekort komt deze sector steeds verder onder druk te staan. Komende donderdag debatteert de Tweede Kamer hierover met minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). In aanloop naar dit debat benadrukt ActiZ het belang van investeren in de beweging naar de voorkant van de zorg. Maar wat houdt dit precies in? Wil van de Laar, bestuurder van de Zorgboog en lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis licht het toe aan de hand van vijf vragen:
Wat betekent de beweging naar de voorkant precies?
Om de uitdagingen waar de ouderenzorg mee geconfronteerd wordt aan te pakken, zullen we met zijn allen de beweging moeten ondersteunen van meer zorg naar de voorkant. Met andere woorden, de focus van zorgprofessionals verplaatst zich van zorgen vóór, naar zorgen dát. Dit betekent dat we veel meer (preventieve) zorg en ondersteuning vanuit de eerstelijn en het sociaal domein gaan leveren.
De Visie Eerstelijnszorg 2030 is tot stand gekomen met bijdragen van ActiZ, de Nederlandse ggz, InEen, KNGF, KNMP, LHV, NHG, NFU, NVAVG, NVZ, Patiëntenfederatie Nederland, Paramedisch Platform Nederland, Sociaal Werk Nederland, Verenso, V&VN, Zorgverzekeraars Nederland, Zorgthuisnl, ZKN, NZa, ZiN, ZonMw, de VNG en het ministerie van VWs.
De visie Eerstelijnszorg markeert een gezamenlijke aanpak van de betrokken partijen om de toegankelijkheid, continuïteit en versterking van eerstelijnszorg te waarborgen. Deze visie stimuleert duurzame samenwerking binnen de eerstelijnszorg, maar ook tussen de andere zorgaanbieders, domeinen en financiers. De ondertekenaars streven daarnaast naar samenwerking en contractering gebaseerd op continuïteit, wederzijds vertrouwen en een langetermijnperspectief.
Wat is er nodig om deze visie te laten slagen?
Om deze visie te realiseren, is een sterke sociale basis cruciaal. Veel hulpvragen kunnen hierin worden opgevangen voordat ze uitmonden in een geïndiceerde zorgvraag. Hiervoor is samenwerking met cliënten zelf en hun sociale omgeving, met in zeten (technologische) hulpmiddelen essentieel.
Daarom is het van belang dat het sociaal domein wordt versterkt. Hierover maakt ActiZ zich zorgen, vooral vanwege de financiële onzekerheid bij gemeenten. Gemeenten geven bij onze leden aan het ‘ravijnjaar’ 2026 te vrezen en verwachten niet te kunnen voorkomen dat er bezuinigd moet worden op Wmo-voorzieningen. Deze voortdurende onduidelijkheid over de gemeentelijke budgetten en hun mogelijkheden om preventie en gezondheidsbevordering te ondersteunen, hindert de broodnodige beweging naar de voorkant.
Wat kan de landelijke politiek betekenen voor deze beweging?
De landelijke politiek kan bijdragen door voldoende (financiële) middelen beschikbaar te stellen voor de beweging naar de voorkant; in de de eerstelijn en het sociaal domein. Daarnaast kan de Tweede Kamer de minister stimuleren om de opbouw van hechte wijkverbanden te ondersteunen. Zorgverzekeraars zouden deze beweging veel meer kunnen en moeten faciliteren in hun contractering.
Welke rol spelen hechte wijkverbanden in deze beweging naar voren?
Onze professionals in de wijkverpleging en het sociaal domein (zoals thuisbegeleiders en huishoudelijke hulp) komen dagelijks bij mensen thuis en hebben, meer dan andere beroepsgroepen, zicht op de situatie achter de voordeur. Zij zijn daarmee onderdeel van de gemeenschap en spelen daardoor een belangrijke rol in het creëren van zorgzame buurten en gemeenschappen.
Naast hun zorgtaak coördineren zij ondersteuning en dragen zij bij aan het versterken van de zelfredzaamheid van cliënten, bijvoorbeeld door reablement door de wijkverpleegkundige. Bovendien signaleren zij behoeften binnen de gemeenschap, zoals eenzaamheid, en initiëren zij samenwerking met partijen zoals gemeenten en welzijnsorganisaties wanneer dat nodig is. Helaas schiet de huidige financiering voor deze werkzaamheden van de wijkverpleging hierin tekort. Op dit punt kan de politiek echt het verschil maken.
Het nieuwe kabinet heeft als speerpunt de administratieve lasten te verlagen. Waar zouden ze in de eerstelijnszorg mee moeten beginnen?
De eerstelijnszorg, en dan vooral de wijkverpleging, is sterk versnipperd. Hoe kunnen we effectief coördineren en samenwerken met huisartsen en andere partijen als er een eindeloos aantal partijen actief kan en mag zijn in die wijk? Zorgaanbieders in de eerste lijn moeten nu vaak met tien verschillende zorgverzekeraars afspraken maken, elk met hun eigen voorwaarden. Dit bemoeilijkt de uitvoerbaarheid, kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg.
Eén regionaal uniform beleid, uitgevoerd door een preferente zorgverzekeraar, zou een grote stap vooruit zijn. Deze verzekeraar, die de regio goed kent, kan regie voeren op innovatie en efficiëntie binnen eerstelijnssamenwerkingen en zorgt voor herkenbaarheid en aanspreekbaarheid voor zowel burgers als verwijzers. Het is onze oproep aan de politiek om de minister aan te sporen om landelijk de regie te pakken.