Samenwerking in de wijk en bekostiging centraal in het debat over de wijkverpleging
Samenwerking in de wijk en bekostiging centraal in het debat over de wijkverpleging keyvisual

‘Bevlogen wijkverpleegkundigen zijn ontzettend belangrijk om kwetsbare mensen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving thuis te laten wonen.’ Met deze woorden opende demissionair staatssecretaris Pouw-Verweij haar beantwoording tijdens het debat over de wijkverpleging op 3 september. Het gesprek draaide om drie grote thema’s: samenwerking in de wijk, de manier waarop wijkverpleging wordt bekostigd en de arbeidsmarkt. Voor ActiZ is de boodschap helder: zonder stevige samenwerking en een duidelijke keuze voor maandtarieven loopt de wijkverpleging vast.
Samenwerking in de wijk
Alle partijen waren het erover eens: goede samenwerking is cruciaal om mensen met zowel lichte als complexe zorgvragen op te vangen. Huisartsen, wijkverpleging, apothekers en het sociaal domein moeten nauwer en structureler samenwerken. In de praktijk loopt dit echter nog niet soepel, zoals onder andere Kamerleden Thiadens (PVV) en Slagt-Tichelman (GL/PvdA) opmerkten.
De staatssecretaris wees op de afspraken die al zijn gemaakt in de Visie eerste lijn 2030, het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Actieprogramma Wonen en Zorg voor Ouderen (AZWA). Deze worden de komende jaren verder uitgewerkt met de betrokken partijen. Begin 2026 informeert zij de Kamer welke partijen daarbij welke verantwoordelijkheden krijgen.
Discussie over bekostiging
De manier waarop de wijkverpleging wordt gefinancierd leidde tot stevige discussies. Waar sommige partijen waarschuwden voor risico’s, wees GroenLinks-PvdA juist op goede praktijkvoorbeelden met maandtarieven. ‘De praktijk bij zorgorganisatie Vierstroom Zorg Thuis laat zien dat maandtarieven leiden tot minder administratie en meer ruimte voor passende zorg’, zo stelde Slagt-Tichelman in het debat. Ook ActiZ wees in haar paper op het belang en de meerwaarde van maandtarieven voor passende wijkverpleging, minder regeldruk en meer ruimte voor zorgprofessionals.
De staatssecretaris gaf aan het advies van de NZa te volgen en werkt aan een wetswijziging die onderscheid maakt tussen gecontracteerde en ongecontracteerde zorg. Begin 2026 legt ze hiervoor een voorstel voor aan de Kamer. Haar ambitie: vanaf 2029 zowel maand- als uurtarieven regulier mogelijk maken.
Eerlijke beloning wijkverpleegkundigen
Het niet uitgeven van het volledig beschikbare landelijke budget voor wijkverpleging in 2024, riep vragen op. Voor Kamerleden Dobbe (SP) en De Korte (NSC) lag het antwoord voor de hand: investeer dit geld in de wijkverpleegkundigen zelf. De Korte, die zelf in de wijk heeft gewerkt, verwoordde het scherp: ‘Wijkverpleging is prachtig werk, maar het salaris is te laag.’ De staatssecretaris deed hier geen toezeggingen over.
Er komt nog een vervolg op dit debat, waarbij Kamerleden moties zullen indienen.