‘Mama, waarom kies je ervoor om ziek te worden?’
In coronatijd is ook zorg thuis anders dan normaal. Wat betekent het bijvoorbeeld als je werkt in een covidteam? Vijf keer per dag verkleden, doodzieke mensen verzorgen en angst bij het thuisfront voor besmetting. Toch twijfelde verpleegkundige Jeanette Olivier geen moment toen ze een oproep zag voor medewerkers voor het crisisteam covid-19 bij haar werkgever Variant Zorg (het flexbureau van Fundis). Ze verruilde ‘haar wijk’ in Zoetermeer voor een groter coronawerkgebied.
Covid-19 vraagt veel van iedereen die werkt in de zorg. Niet alleen in de ziekenhuizen, maar ook in de ouderenzorg en in de zorg thuis. In de artikelenserie Zorg in coronatijd laten we zien wat covid-19 voor medewerkers en organisaties betekent. Van duivelse dilemma’s tot kansen, van hoge werkdruk tot mooie samenwerkingen.
Bij Fundis was een crisisteam covid-19 snel opgetuigd. In alle dochterorganisaties werd een uitvraag gedaan naar personeel. Binnen drie dagen was het team compleet. Voor Jeanette was het meteen duidelijk dat ze wilde bijdragen. ‘Ik heb het thuis niet eens overlegd. Ik wilde me graag nuttig maken. Ik zag op tv al die verhalen over de ziekenhuizen en ic’s en iedereen die zo hard zijn best doet. Ik wilde ook graag bijdragen.’ Toch moest het thuisfront, haar man en twee kinderen, wel even slikken. ‘Mijn zoon zei: “Waarom kies je ervoor om ziek te worden?” Maar ik word niet ziek, ik kies er juist voor om mensen te helpen. Ik ben goed beschermd en weet wat ik moet doen. Toch zijn dat dilemma’s, maar ze weten dat mijn werk voor mij belangrijk is. Dus ze steunen me.’
Ingepakt
Jeanette bezoekt zo’n 4 tot 5 patiënten per dag. Bij elke patiënt moet ze zich volledig in beschermde kleding hullen. In de auto heeft ze pakketten met de materialen: een schort, een mondkapje, handschoenen, handalcohol en een boterhamzakje voor haar mobiele telefoon. ‘Je moet scherp zijn en overal over nadenken, zeker in het begin. Je kunt ook niet zo snel werken als normaal. Je zit helemaal ingepakt, het is warm, dus je moet je werktempo aanpassen. Voordat je weggaat, moet je zeker weten dat alles is gedaan. Je kunt niet even terug. In de gang is het dan weer omkleden, alles ontsmetten en weggooien. Soms ben je een uur met iemand bezig. Vaak zijn mensen doodziek. Sommige cliënten hebben geen partner of mantelzorger, dan smeer ik natuurlijk even een boterham of ruim ik even wat op.’
Marsmannetje
‘Het is een geniepig virus. Je kunt niet altijd aan de buitenkant zien hoe het met een cliënt gaat’, vervolgt ze. ‘Iemand kan nog goed aanspreekbaar zijn, maar toch een heel lage saturatiewaarde hebben. Dat vraagt ook wat van jouw klinisch redeneren. Je kunt niet vertrouwen op wat je ziet. Dat betekent nog eens extra naar de ademhaling kijken, de saturatiemeter pakken, nog eens tellen.’ Dat mensen zo ziek zijn, levert soms moeilijke situaties op. Die keer bijvoorbeeld dat Olivier merkte dat een cliënt de hele dag niets had gegeten, moeilijk aanspreekbaar was en alleen thuisblijven eigenlijk niet verantwoord was. ‘Dan moet je handelen en ga je bellen met de eigen wijkverpleegkundige, met de huisarts. Kunnen we een opname regelen in het covidcentrum in Zoetermeer?’ Voor cliënten vindt Olivier het ook zwaar. ‘Je komt bij mensen die jou niet kennen. Je ziet er ook nog eens uit als een marsmannetje. Dat betekent dat je moet glimlachen met je ogen, want je mond zien ze niet. Of mensen waarvan de partner overlijdt en de ander te ziek is om bij de begrafenis te zijn. Dan draait je hart zich om. Dat wens je niemand toe.’
‘Ik kan het werk redelijk van me afzetten. Ik schrijf het van me af in blogs. Binnen het team kunnen we elkaar altijd bellen en er met elkaar over praten. Binnen Fundis is ook genoeg hulp om te verwerken wat je ziet. Wat dan niet helpt? De media. Dan lees je verhalen dat thuiszorgorganisaties geen zorg meer leveren. Ik ken geen een collega die zomaar zorg uit zijn haar of handen laat vallen. Dan zie je dat de scheidslijn soms dun is. De ene dag ben je de held en wordt er voor je geklapt, de andere dag zetten ze je bijna weg als misdadiger. Terwijl het voor mij bijvoorbeeld ook moeilijk is om mijn reguliere cliënten nu niet te zien.’ Toch laat ze zich hier niet door uit het veld slaan. ‘Ik houd van een uitdaging en voor dit virus is een lange adem nodig. Ik blijf dus nog wel even in dit team.