Intentieverklaring Kop van Noord-Holland: ‘Probleem wordt tastbaar en van ons samen’
Intentieverklaring Kop van Noord-Holland: ‘Probleem wordt tastbaar en van ons samen’ keyvisual
Een vergrijzende plattelandsregio. Waar knelt de toekomstige ouderenzorg meer dan hier? Hoe twee zorgorganisaties alle partijen rondom wonen, zorg en welzijn om de tafel kregen. En hoe intenties en ambities werkelijkheid worden.
We spreken Hans Groenendijk, bestuursvoorzitter van Woonzorggroep Samen. Hij is tevens lid van de Kerngroep Wonen en Zorg bij ActiZ (portefeuille vastgoed, wonen en duurzaamheid), ambassadeur van de Taskforce Wonen en Zorg én de bevlogen aanjager in zijn eigen regio. De urgentie is er hoog. 'Over twintig jaar hebben we tweemaal zoveel 75-plussers. Doen we nu niets, dan betekent dat straks tweemaal zoveel verpleeghuisindicaties en dus dubbel zoveel verpleeghuizen. Dat gaat niet lukken. Al zou je het geld en de locaties hebben, dan is er nooit voldoende personeel. Ook intensievere zorg aan huis is hier lastig te organiseren doordat ons gebied zo uitgestrekt is. Kortom, we zitten met een flink ‘gat’ en de behoefte aan een andere invulling van wonen en zorg neemt toe. Een gezamenlijk probleem van veel partijen.'
Gedeeld gevoel van urgentie
Samen met collega-zorgorganisatie Omring kreeg hij ze allemaal om de tafel. Hoe? 'Allereerst hebben we het probleem in kaart gebracht. Onder meer op basis van demografische gegevens maakten we een vertaling naar het beschikbare aanbod en de toekomstige vraag. We organiseerden een stakeholdersontbijt en nodigden de betrokken wethouders uit, evenals de bestuurders van woon-, zorg- en welzijnsorganisaties. We lieten zien hoe elke gemeente er over 5, 10 en 15 jaar voor staat: over 5 jaar heeft uw gemeente 300 inwoners met dementie, over 10 jaar 800 mensen met een verpleeghuisindicatie et cetera. Vrijwel direct ontstond een gedeeld gevoel van urgentie: hier moeten én willen we samen iets mee. Het leidde tot de intentieverklaring ‘Van vergrijzing naar vernieuwing in de Kop van Noord Holland’.'
Boter bij de vis
Elkaar vinden, gezamenlijke ambities, dat is een mooi begin. Maar hoe houd je elkaar vast als er boter bij de vis moet? Als het geld, tijd en energie gaat kosten? 'We zijn net van start, maar zien al dat het werkt. Zoals overal speelde ook hier het vraagstuk rondom financiering van gemeenschappelijke voorzieningen in woonzorgprojecten, waarvoor niemand direct verantwoordelijk lijkt. Wij splitsen de kosten in drie gelijke delen: de gemeenten, zorgorganisaties en woningcorporaties. Het geeft mij veel vertrouwen dat we in deze regio in staat zijn om vernieuwende afspraken te maken en daarin verantwoordelijkheid te nemen.' Zo ontstond ook de tussenvorm die het genoemde ‘gat’ tussen wonen en zorg gaat vullen. 'We verbouwen op dit moment een bestaand appartementencomplex tot een woonlocatie met 24-uurszorg voor wie dat nodig heeft. De bewoners huren particulier; een deel van hen woont nog geheel zelfstandig, sommigen krijgen thuiszorg, anderen staan op de wachtlijst bij een verpleeghuis. Op deze manier kan iedereen hier blijven wonen. Volgens de businesscase is het bij een volume van 25 tot 30 bewoners rendabel; denk aan personeelskosten en extra voorzieningen zoals buurtkamers, waar mensen overdag kunnen verblijven en elkaar ontmoeten. Nieuwbouw is niet de enige oplossing, overal zijn appartementencomplexen op deze wijze geschikt te maken.'
Spannend, maar mooi
Met enige trots benoemt Groenendijk nog een nieuw concept. 'In ons land zijn we gewend dat mensen met dementie en mensen met somatische aandoeningen apart wonen en zorg krijgen. Wij gaan hen met elkaar laten samenwonen. Best spannend, maar de reacties zijn positief. Van kinderen van bewoners horen we: mooi dat jullie dit doen, in de samenleving wonen tenslotte ook alle ‘smaken’ door elkaar. Het vraagt wat van onze medewerkers, maar ook zij zijn enthousiast en kijken uit naar deze nieuwe manier van werken.'
Dit artikel is afkomstig van de Taskforce Wonen en Zorg.