Goed verwachtingsmanagement cruciaal in samenwerking wijkverpleegkundigen en mantelzorgers
Door de ogen van: wijkverpleging in coronatijd
Goed verwachtingsmanagement cruciaal in samenwerking wijkverpleegkundigen en mantelzorgers keyvisual
José Veldhuizen is mantelzorger voor haar moeder die in een verzorgingshuis in IJsselstein woont. Natascha Gofferjé is verpleegkundige in de wijk bij zorgorganisatie Axioncontinu. Een van haar cliënten is de moeder van José. Een leuk én niet onbelangrijk detail hierbij is dat José ook verpleegkundige is en Natascha ook mantelzorger voor haar vader en moeder. Beiden blikken terug op een roerig jaar.
Wat is voor jullie de belangrijkste les van het afgelopen (corona) jaar?
José Veldhuizen: ’Voorzichtigheid is het eerste dat bij me opkomt. Daarmee hebben we het uiteindelijk gered. Desondanks was het op mijn werk aanvankelijk een slagveld met veel zieken en mensen die zijn overleden. Ik ben zelf ook ziek geworden. Mijn moeder heeft het coronajaar gelukkig goed doorstaan en heeft zojuist haar tweede vaccinatie gehad.’
Natascha Gofferjé: ’Het enorme belang van een goede hygiëne is nog nooit zo belangrijk geweest als in het afgelopen jaar. We waren voortdurend bezig om alles schoon te houden. Handschoenen aan en poetsen maar. Telefoons, toetsenborden, deurknoppen en noem maar op.’
Is jullie rol als mantelzorger en verpleegkundige dit jaar veranderd?
José Veldhuizen: ‘Ik ben maandenlang niet bij mijn moeder op bezoek geweest dus dat was zeker anders. Vervelend maar wel noodzakelijk en uiteindelijk ook effectief. Omdat ze weinig contact had, is ze ook niet besmet geraakt. Gelukkig konden we veel videobellen en hebben we een hele actieve familie-appgroep. En ze werd goed verzorgd.’
Natascha Gofferjé: ’Ik heb mijn rol als verpleegkundige regelmatig letterlijk en figuurlijk anders ingevuld. Want bij besmette cliënten werk je in een pak. Dat is best pittig en weinig comfortabel. Maar je doet het met liefde want je wilt niemand in de kou laten staan. Omdat er vrij veel eenzaamheid was, leunden de cliënten ook wat meer op ons voor een praatje of wat troost. Ook dat hebben we met liefde gedaan.’
Is de relatie tussen mantelzorger en verpleegkundige dit jaar erg veranderd?
José Veldhuizen: ‘Nee niet echt wat mij betreft. Die relatie was goed en is dat nog steeds. Veel contact met Natascha of de verzorgers gaat via mijn moeder. Ik hoor van haar wat zij zeggen en doen en ik vertel mijn moeder wat zij kan zeggen en doen. Alleen als ik het niet helemaal vertrouw, neem ik rechtstreeks contact op met de verzorgers. Maar dat komt gelukkig zelden voor.’
Natascha Gofferjé: ‘Mijn contact met Jose en de andere mantelzorgers is goed. Met sommige van hen is dat contact het afgelopen jaar wat intensiever geworden. Ik vond het vooral belangrijk dat ze alle daadwerkelijke en mogelijke besmettingen binnen hun familie zouden blijven melden. De meeste cliënten hebben een mantelzorger en die rol is onverminderd belangrijk. Door regelmatig te overleggen met mantelzorgers leren wij onze cliënten nog beter kennen. Dat komt de zorg voor hen zeker ten goede.’
Jullie zijn beide zowel verpleegkundige als mantelzorger. Kun je die rollen goed scheiden?
Natascha Gofferjé: ’Voor mij gaat dat heel goed. Bij mijn ouders ben ik echt hun dochter en niet de verpleegkundige. Mijn moeder zit in een verpleeghuis en ik heb met mezelf afgesproken dat ik niet meekijk in haar medisch dossier. Dat past niet bij mijn rol als dochter en het is ook niet nodig. De verpleegkundigen en verzorgers doen prima werk. Dat is ook gewoon een kwestie van vertrouwen.’
José Veldhuizen: ‘Ja, ik kan die rollen goed scheiden. Ik doe de mantelzorg voor mijn moeder samen met mijn drie zussen. Een zus doet de financieel administratieve zaken, de andere zus gaat met mijn moeder op stap, de derde zus onderhoudt de contacten met mijn moeder. En ik doe de zorgkant. Dat gaat uitstekend. Omdat mijn moeder heel makkelijk is en eigenlijk alles wel goed vindt, let ik wel op dat ze ook echt aan bod komt en niet een soort afvalputje wordt. Voor de rest vertrouw ik op de professionaliteit van de verzorgers en de verpleegkundigen en daar word ik zelden in teleurgesteld.’
Zitten er ook voordelen aan jullie dubbelrol?
José Veldhuizen: ‘Jazeker. Omdat je beide rollen uit eigen ervaring goed kent, kun je je goed inleven in de ander. Dat is zeer waardevol. Omdat ik bijvoorbeeld weet hoe de praktijk is in de verpleging, weet ik heel goed wat er wel en niet kan. Dat neem ik uiteraard mee in mijn rol en verwachtingen als mantelzorger. Tegelijkertijd zie ik ook als verpleegkundige hoe familieleden kunnen reageren vanuit hun rol als mantelzorger. Het is voor beide partijen vooral belangrijk dat je zaken ook los kunt laten en vertrouwt op de kundigheid van de ander.’
Natascha Gofferjé: ‘Ik denk dat ik de ervaringen en inzichten uit beide rollen zowel bewust als onbewust meeneem en inzet. Je kunt dat nooit helemaal scheiden. Het voordeel van die dubbelrol is dat ik me nog meer bewust ben van het grote belang van een goede samenwerking en afstemming tussen beide partijen. En dan gaat het vaak over verwachtingen. Wat kunnen en mogen we realistisch gezien van elkaar verwachten? Beide partijen kunnen soms best veeleisend zijn maar je moet ook altijd blijven kijken naar wat haalbaar is. Ook daar moet je met elkaar over in gesprek blijven.’
Hoe zien jullie de toekomst qua relatie mantelzorger en verpleegkundige?
José Veldhuizen: ‘Zolang de lijnen open blijven tussen beide partijen maak ik me over de relatie geen zorgen. Wat denk ik wel voor spanning gaat zorgen, zijn de aantallen. Er komen steeds meer ouderen en daarmee stijgt ook de vraag maar mantelzorgers en verpleegkundigen. Voor mij en mijn zussen is het volkomen vanzelfsprekend om voor mijn moeder te zorgen. Maar niet iedereen kan of wil dat. En wat de zorg nu vooral nodig heeft, is een flinke boost qua mensen én salaris. Anders redden we het niet.’
Natascha Gofferjé: ‘Waarschijnlijk wordt de rol van de mantelzorger groter in de toekomst. Daarbij ligt wel het gevaar van overbelasting op de loer. Daar moet je ontzettend voor oppassen want als de mantelzorgers uitvallen, heb je echt een groot probleem. Volgens mij moeten we de rol van de mantelzorgers daarom niet te groot (willen) maken. Dat doe je vooral door met samen een goede balans te vinden tussen wat wenselijk en wat mogelijk is qua zorg. En hierbij is het besef dat niet alles kan, ontzettend belangrijk.’