Wijkverpleging in overstroomd Limburg: ‘Je zorgverlenershart gaat sneller kloppen. Je wilt mensen helpen’
Wijkverpleging in overstroomd Limburg: ‘Je zorgverlenershart gaat sneller kloppen. Je wilt mensen helpen’ keyvisual
De overstroming in Limburg heeft veel impact gehad. Valkenburg is een van de hardst getroffen gebieden. Honderden mensen moesten hun huis verlaten. Ook ouderen die normaal gesproken thuis wijkverpleging ontvangen. Hoe organiseer je deze zorg in zo’n moeilijke situatie? Remi Janssen en Maike Pluijmakers-Chermin, beiden werkzaam bij zorgorganisatie Envida, zijn wijkverpleegkundigen en hebben het van dichtbij meegemaakt. ‘Je voelt je soms echt machteloos.’
Hoe was afgelopen week voor jullie?
‘Hectisch is een goed woord’, vertelt Maike Pluijmakers-Chermin. 'Ik denk dat alle emoties wel een beetje zijn langsgekomen. Woensdagavond, de avond voor onze dienst, werden we geappt door collega’s dat er veel water was. Toen zijn we gelijk gaan schakelen.’ Remi Janssen vult aan: ‘De volgende ochtend zijn wij om 6.30 uur begonnen om alles zo goed mogelijk te regelen. Toen we concreet wisten hoe de situatie was, zijn we met een team bij elkaar gekomen om een concreet plan te maken. Hoe gaan we dit organiseren? En met welke collega’s?’
‘Sommige collega’s konden namelijk zelf het huis niet uit. Andere collega’s die in het centrum van Valkenburg wonen, lukten het wel om op locatie te helpen. Uiteindelijk is besloten om alleen medisch noodzakelijke zorg te verlenen aan onze cliënten. Collega’s die daar ter plekke waren, hebben die zorg verleend en ons continue op de hoogte gehouden. Zij stonden echt tot hun knieën in het water. Maar op sommige plekken kon je gewoon niet komen, daar was het té gevaarlijk. Het leger en de politie heeft het op die plekken overgenomen of zijn soms samen met ons naar cliënten gegaan. Ook met hen was goed contact.’
Wat waren de grootste veranderingen tussen de cliënt en de wijkverpleegkundige?
Janssen: ‘Maike en ik kwamen zelf Valkenburg niet in. Maike kwam überhaupt haar huis niet uit. Ik zat met collega’s in een soort van mini-commandocentrum om met iedereen contact te houden.’ Maike Pluijmakers-Chermin vult aan: ‘Het lastige was dat overal de stroom was uitgevallen. Veel cliënten konden we niet bereiken. Dus dan moet je op andere manieren achterhalen of het goed met iedereen gaat. We hebben veel contact gehad met familie en buren. Maar ook collega’s die op locatie waren en ons belden: Woont hier nog een cliënt van jullie? Oke, dan ga ik kijken.'
Pluijmakers-Chermin: ‘Je voelt je soms best wel machteloos. Natuurlijk staat je eigen veiligheid voorop en wil je je team niet in gevaar brengen, maar je wilt zo graag de mensen helpen.’ Janssen gaat verder: ‘Je zorgverlenershart gaat echt sneller kloppen. Soms moesten we zelfs onze collega’s een beetje beschermen tegen zichzelf. Dan gingen ze gebieden in waar ze eigenlijk niet mochten komen. Zo graag wilden zij iedereen helpen. Toen moesten we echt zeggen: Het is hier niet veilig. Wij regelen met de veiligheidsdiensten dat die cliënten worden gered.’
Welk moment is jullie het meest bijgebleven?
Pluijmakers-Chermin: ‘Toch wel de angst bij de cliënten. Ik zag op een gegeven moment een filmpje van een legerauto waar een client van ons instapt. Zij stapt die auto uit en je ziet echt de angst in haar ogen. Dat is mij erg bijgebleven. Maar ook de angstige telefoontjes van cliënten en familie. Je probeert toch zoveel mogelijk een luisterend oor te bieden en te helpen voor zover het kan.’
Janssen: ‘Bij mij springt ook de snelle manier van handelen eruit. Dat we echt als team met elkaar (deels op afstand) afspraken hebben gemaakt om zo snel mogelijk iedere cliënt te helpen. Met zowel collega’s van andere teams, maar ook met de brandweer en politie.’
Mensen worden 's nachts geëvacueerd.
Hoe is het nu met jullie cliënten?
Pluijmakers-Chermin: ‘Sommige cliënten waren tijdelijk opgenomen in een zorgorganisatie. Anderen verbleven bij familie of in een hotel. Veel bewoners zijn inmiddels weer thuis. Maar er zijn wel gebreken in die woningen. In sommige woningen doet bijvoorbeeld de lift het niet. Ik denk dat we na deze week pas inzichtelijk krijgen hoeveel mentale schade het de mensen heeft gebracht. Sommigen deed het zelfs denken aan de oorlog. Ik maak mij daar wel ernstig zorgen over. Dat na deze week de mentale klap binnenkomt.’
Hoe gaat het nu verder na deze heftige week?
Janssen: ‘We werken momenteel veel samen met gemeenten en welzijnswerk. Er is bijvoorbeeld een loket opgestart waar mensen hun vragen kunnen stellen over de overstroming. Daar zijn wij ook onderdeel van. Afgelopen maandag hebben we met al bovenstaande partijen samengezeten om te kijken hoe we dit verder gaan oppakken. Vanuit allerlei plekken, zoals Brabant en Overijssel, willen mensen komen helpen. Dat is heel mooi om te zien. Onze focus ligt nu echt op onze cliënten. En dan met name de cliënten zonder sociaal netwerk. Kunnen wij hen bijvoorbeeld helpen om dingen te regelen voor de verzekering? Of gewoon een luisterend oor bieden. Je wilt er nu echt voor die ander zijn.’