Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Werken Wonen leestijd 1 min

‘We zeggen allemaal dat het anders moet, dit is een kans om dat ook daadwerkelijk te doen’

Link gekopieerd naar klembord

‘We zeggen allemaal dat het anders moet, dit is een kans om dat ook daadwerkelijk te doen’ keyvisual

Caroline Beentjes - RvB Woonzorggroep Samen - kerngroep Zorg Thuis

Verpleeghuisorganisaties zijn verplicht om jaarlijks kwaliteitsgegevens aan te leveren aan het Zorginstituut. Deze gegevens zijn bedoeld om bij te dragen aan leren en verbeteren, maar ook voor cliëntkeuzeinformatie, zorginkoop, verantwoording en toezicht. Zorgorganisaties twijfelen al langer aan het nut van het aanleveren van bepaalde kwaliteitsgegevens zoals de ‘indicatoren basisveiligheid’ omdat het volgens velen niet bijdraagt aan betere zorg. Vanuit de beweging Radicale vernieuwing zorg besloot een groep zorgorganisaties deze gegevens over 2022 niet meer aan te leveren. Inmiddels hebben zij een gesprek gehad met het Zorginstituut. Caroline Beentjes is bestuurder van Woonzorggroep Samen, en behoort tot één van deze organisaties. Aan ActiZ vertelt ze hoe ze het gesprek met het Zorginstituut heeft ervaren en wat de vervolgstappen zijn.

1

Om bij het begin te beginnen: waarom hebben jullie op een bepaald moment besloten om de verplichte indicatoren basisveiligheid niet meer aan te leveren?

‘Toen we de kwaliteitsgegevens voor 2022 aan moesten leveren, gaven onze kwaliteitsmedewerkers een heel duidelijk signaal aan mij en de cliëntenraad. Namelijk, dat het aanleveren van deze gegevens in hun ogen onzinnig is en niet meer passend is bij ons beleid. Het idee achter de indicatoren basisveiligheid is leren en verbeteren, maar volgens hen droeg dit er op geen enkele manier aan bij. Als je zo’n duidelijk boodschap van je collega’s krijgt, dan wil en kun je dat gewoon niet negeren.’

‘We hebben eens laten uitrekenen hoeveel tijd het kost: 600 uur van onze kwaliteitsverpleegkundigen en zorgcollega’s en nog eens 100 uur ondersteuning vanuit afdelingen als Financiën, Kwaliteit en HRM. De kosten lopen algauw op tot 40.000 euro. Dat er getwijfeld werd aan het nut van het aanleveren van deze gegevens is niet nieuw. We horen die geluiden al langer. We hebben in onze organisatie vrij recent nieuw beleid voor kwaliteit en veiligheid gemaakt, met alle lagen in onze organisatie. In dat beleid staat duidelijk geformuleerd: laten we doen wat bijdraagt. En daarom dachten we: laten we de aanlevering van de indicatoren dan ook gewoon niet meer doen.’

Radicale Vernieuwing Zorg

Radicale Vernieuwing Zorg werkt aan zorg thuis en in het verpleeghuis waarin mensen het belangrijkst zijn. En niet de regels of protocollen. Radicale Vernieuwing Zorg is geen project of organisatie, maar een beweging. Binnen de beweging werken betrokkenen in en rond de deelnemende organisaties samen. Mensen die zorg nodig hebben, naasten, cliëntenraden, medewerkers, leidinggevenden, ondersteunende diensten, (para) medici en bestuurders en toezichthouders, hand in hand met zorgkantoren, IGJ, ministerie van VWS en LOC Waardevolle zorg. Zij proberen met elkaar uit te vinden wat écht nodig is om zorg zo te organiseren dat die aansluit bij wat voor mensen belangrijk is in het leven. Zodat waarden van bewoners en hun naasten, evenals van mensen die de zorg organiseren, het vertrekpunt kunnen zijn. En om te zorgen dat de zorg steeds om mensen en relaties kan draaien en niet om regels, protocollen en gewoonten.

2

Jullie staan daarin niet alleen, want jullie hebben met meerdere organisaties een brief geschreven aan het Zorginstituut. Hoe kwam die samenwerking tot stand?

‘Wij zijn al enige tijd aangesloten bij de beweging Radicale Vernieuwing Zorg, samen met ruim 20 andere zorgorganisaties. We hebben het aanleveren van deze gegevens daar besproken en ons gevoel werd breed gedeeld. Vervolgens is er besloten om een brief te sturen aan het Zorginstituut. We wilden graag met ze in gesprek over het aanleveren van deze gegevens en kijken hoe het anders kan. Drie organisaties vanuit de beweging, waaronder Woonzorggroep Samen, besloten om de gegevens ook daadwerkelijk niet aan te leveren. Daar waren nog niet alle organisaties klaar voor, maar onze actie werd breed gesteund. Zowel van de organisaties binnen de beweging als breed vanuit het veld, hebben we alleen maar steunbetuigingen gekregen. Je merkt dat dit herkend wordt en veel draagvlak heeft.’

‘We zijn uiteindelijk in gesprek gegaan met het Zorginstituut. We troffen daar een bepaalde mate van begrip, wat fijn is, maar tegelijkertijd loop je ook tegen de starheid van het systeem aan. Hun taak is voldoen aan de wettelijke verplichting, en daar houden ze ook aan vast. En dat voelde best wel dubbel in dat gesprek. Want ze tonen begrip maar ze moeten ook handhaven. Je kunt je afvragen of zo’n gesprek dan nut heeft. Want uiteindelijk verandert er helemaal niks.’

3

Wat vind je van die reactie van het Zorginstituut?

‘Als ik eerlijk ben: er had meer gekund en meer gemoeten. Je hoort nu van alle kanten dat we het echt anders moeten gaan doen. Met de grote veranderingen die er op ons afkomen, de vergrijzing, de arbeidsmarkt- en woningtekorten, kunnen we niet doorgaan zoals we nu doen. Het Zorginstituut anticipeert daar samen met de veldpartijen ook op met het Kwaliteitskompas dat nu wordt ontwikkeld. We hebben het vaak over het tonen van moed en lef, dat verwacht je dan ook van systeempartijen. Hoe krijgen we anders daadwerkelijke verandering? Natuurlijk begrijp ik hun worsteling, maar toch: zet nou eens een keer die stap naar voren. Maar ze blijven dan toch star bij hun taak en dat vind ik echt jammer. En dat geldt natuurlijk ook voor de NZa.’

‘De NZa vroeg ons om een zienswijze aan te leveren maar ondertussen dreigden ze wel met een boete als we de gegevens niet alsnog zouden aanleveren. In hun uiteindelijke reactie op onze zienswijze gaven ze aan niets te veranderen omdat het niet past binnen de wet. Dat wisten we natuurlijk al, want anders hadden we deze hele actie niet hoeven doen. Zo’n zienswijze is dan ook weer een processtap die er feitelijk niet toe doet. En zo houden we elkaar maar bezig.’

4

Wat hebben jullie uiteindelijk gedaan?

‘Hoe jammer ook, uiteindelijk hebben we toch die gegevens aangeleverd. We hebben dat echt onder protest gedaan, want ik ons doel blijft staan maar ik kan het echt niet uitleggen als er geld dat bedoeld is voor de zorg naar een bestuurlijke boete gaat. We hebben dus zo goed mogelijk de gegevens verzameld en aangeleverd. En ondertussen bereiden we ons voor op volgend jaar; door binnen de beweging te zoeken naar alternatieven voor leren en verbeteren en om zo te  kijken we hoe we zover kunnen komen dat we de gegevens die niemand gebruikt dan niet hoeven aan te leveren.’

5

Waar hoop je op voor volgend jaar?

‘Daar zijn we binnen de beweging Radicale Vernieuwing volop mee bezig. We kunnen wel roepen dat het zo niet kan, maar hoe dan wel? Welke alternatieven zijn er? Dat kenmerkt de beweging Radicale Vernieuwing ook: niet alleen roepen hoe niet, maar ook bedenken hoe dan wel. Het gaat om leren en verbeteren, dus er moet een manier voor te bedenken zijn. We gaan gewoon door en bereiden ons zo goed als mogelijk voor op volgend jaar, zowel vanuit organisatieniveau als op brancheniveau. Er wordt natuurlijk ook gewerkt aan het Kwaliteitskompas. Ik hoop dat het daar een plek in kan krijgen en dat we het lef hebben om kritisch te kijken naar wat echt iets toevoegt en wat niet. Maar het is een weerbarstig proces dus ik ben heel benieuwd hoe dat gaat lopen. En mijn hoop is dat meer organisaties zich aansluiten bij Radicale vernieuwing of in ieder geval de actie om niet aan te leveren te  steunen door mee te doen.’