Van den Oever: ‘Met deze nieuwe bekostiging stappen we definitief af van het tijd-gedreven werken in de wijkverpleging’
Van den Oever: ‘Met deze nieuwe bekostiging stappen we definitief af van het tijd-gedreven werken in de wijkverpleging’ keyvisual
Al jaren is achter de schermen gepraat over een nieuwe bekostiging voor de wijkverpleging. Als belangrijkste speler in de zorg bij mensen thuis, moeten de wijkverpleegkundige en het team wijkverpleging de komende jaren de groeiende vraag in Nederland opvangen. Om hen in deze rol te ondersteunen is kostendekkende bekostiging essentieel. Daarom start vanaf 2022 een experiment voor een nieuwe bekostiging van wijkverpleging. We blikken vooruit met ActiZ-bestuurder Jeroen van den Oever hoe dit experiment eruit gaat zien.
Waarom is er überhaupt een nieuwe bekostiging nodig?
De insteek van een nieuwe bekostiging is om af te stappen van de tijdgedreven bekostiging in Nederland. Dat is de basisgedachte. Onderdeel hiervan is om te stoppen met de verguisde minutenregistratie. Dit werkt als een verkeerde prikkel die voor alle partijen vervelend werkt. Bij de wijkverpleging geeft het bijvoorbeeld veel stress in de werkzaamheden om aan de norm van hoeveelheid tijd per cliënt te voldoen. De wens om hier iets aan te doen is niet nieuw, er wordt al jaren gezocht naar een ander systeem. De uitdaging ligt bij de vraag hoe je inhoudelijk gedreven goede zorg bekostigt, zonder dat je perverse prikkels in het systeem houdt.
Uiteindelijk is besloten dat moet worden toegewerkt naar een nieuwe bekostiging op basis van cliëntprofielen. De partijen hebben samen tien cliëntprofielen opgesteld, waarin per profiel is vastgelegd hoeveel zorg en tijd de cliënt gemiddeld nodig heeft, dit wordt stapsgewijs gekoppeld aan een kostendekkende bekostiging. Per individueel geval kijkt de zorgprofessional in welk van deze profielen de cliënt valt. De gedachte is dat je de productieprikkel vervangt met een doelmatigheidprikkel waar zowel de aanbieder als de zorgverzekeraar van kan profiteren. Als het allemaal in de praktijk goed werkt natuurlijk.
Is dat ook waarom er gekozen is voor een experiment, om te kijken of het in de praktijk werk?
Inderdaad! In theorie ziet het er mooi uit. Door te werken met zorgprofielen is de hoop dat de zorgprofessional in ieder geval niet ’tijdgericht’ hoeft te werken maar zich kan concentreren op de zorg. Welke zorg en de hoeveelheid tijd die een cliënt gemiddeld nodig heeft is immers al vastgelegd in het cliëntprofiel. Daarnaast is de zorgaanbieder minder tijd kwijt aan discussiëren met de verzekeraar over de minutenregistratie. Het contracteren zou dus makkelijker moeten verlopen.
De grote vraag is of de profielen in de praktijk kloppen. De cliëntprofielen kan je ook uitleggen als zorgbehoefte profielen. Het maakt bijvoorbeeld al uit of er een mantelzorger aanwezig is. Zo ja, dan is de zorgbehoefte lichter en dat heeft uiteindelijk invloed in welk profiel de cliënt valt. Tijdens het experiment moet blijken of de profielen goed aansluiten bij de zorgbehoefte van de cliënt en of de bekostiging (die daar voor staat) correct is. Daarom duurt dit experiment vijf jaar. In deze periode hebben alle partijen de ruimte om het experiment jaarlijks te evalueren en waar nodig gezamenlijk bij te sturen. Zo groeit de hele sector stapsgewijs feitelijk naar een nieuwe bekostiging toe.
Naast het experiment is er afgelopen week ook een convenant afgesloten. Wat is toen besloten?
In het convenant staan een aantal werkafspraken over hoe we de komende vijf jaar gaan samenwerken. Elk jaar vindt bijvoorbeeld een evaluatie plaats en kan er bijgestuurd worden (mocht dat nodig zijn). Er staan ook afspraken in hoe we er gezamenlijk voor zorgen dat er geen enorme administratieve rondslomp komt. Je moet namelijk die profielen straks wel gaan bij houden, de oude registratie vervalt dan. De ICT-systemen moeten daarop worden aangepast. Dat moet allemaal op een verstandige en administratief-arme manier gebeuren.
Behalve de werkafspraken, gaat het convenant ook over hoe je als zorgaanbieder kan toetreden tot het experiment: elke aanbieder mag pas over naar het nieuwe experiment als dat samen met de verzekeraars is afgesproken. Het kan dus niet zo zijn dat je als aanbieder wordt gedwongen over te stappen. Het is altijd vrijwillig en in overleg met de verzekeraar. Op dit moment zullen een aantal aanbieders meteen beginnen in 2022. Zij hebben al eerder ervaring opgedaan met dit systeem. Het idee is dat in de loop van tijd het als een soort olievlek steeds verder uitbreidt.
Convenant bekostiging wijkverpleging
In een convenant zijn werkafspraken vastgelegd en de wijze hoe zorgorganisaties kunnen deelnemen aan het experiment. Ondertekenaars van het convenant zijn Patiëntenfederatie Nederland, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, ActiZ, Zorgthuisnl, Zorgverzekeraars Nederland en de NZa.
Hoe staat het met de systeemfuncties in de nieuwe bekostiging?
Het is goed dat in deze nieuwe bekostigingsafspraken ook het inkopen van systeemfuncties wordt geregeld. Dat staat nadrukkelijk naast de bekostiging van cliëntprofielen. Hierbij gaat het vooral om belangrijke taken in de acute zorg zoals avond-, nacht- en weekendzorg. ActiZ pleit er al veel langer voor om deze systeemfuncties van een structurele bekostiging te voorzien. Het oude systeem was bijzonder ingewikkeld en zorgde voor onnodig veel administratieve lasten én extra kosten. In het nieuwe plan zullen verzekeraars structureel systeemfuncties inkopen voor elke regio. Dit is een belangrijke stap voorwaarts.
Welke obstakels denk jij dat er door het experiment naar voren komen?
Het is het goed om te zien dat zoveel partijen het eens zijn geworden over een nieuwe bekostiging. Veel draagvlak biedt veel perspectief. Dat er goede afspraken zijn gemaakt aan de onderhandelingstafel is mooi maar de grote vraag is iedereen actief gaat meedoen en zich aan de afspraken houdt. Het is bijvoorbeeld spannend hoe de zorgverzekeraars de afspraken in de praktijk oppakken. Zorgaanbieders kunnen verzekeraars daarop aanspreken tijdens de contractering-gesprekken voor 2022. Hetzelfde geldt voor de aanbieders. We hebben hier allemaal ‘ja op gezegd, maar gaat iedereen in de praktijk wel over de brug komen? Dit is een belangrijk moment voor toekomstbestendigheid van de wijkverpleging waar alle partijen, van zorgaanbieder, zorgverzekeraar tot inkoper, verantwoordelijkheid moeten nemen.