Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Werken leestijd 1 min

‘Door de werkdruk en ziekteverzuim staat de zorg voor een grote uitdaging.’

Interview over de versoepelingen in de samenleving vanaf 25 februari 2022.

Link gekopieerd naar klembord

‘Door de werkdruk en ziekteverzuim staat de zorg voor een grote uitdaging.’ keyvisual

dame in rolstoel met mantelzorger

De druk in de ouderenzorg blijft ongekend hoog. Veel (thuis)zorgmedewerkers zitten ziek thuis of in quarantaine, waardoor de roosters met grote moeite kunnen worden gevuld. Toch blijft de zorg doorgaan. Elke zorgprofessional doet z’n uiterste best om de juiste zorg te blijven leveren. Maar met de versoepelingen van aanstaande vrijdag 25 februari in het vooruitzicht, breekt er wel een spannende tijd aan voor veel zorgorganisaties. Wat gaat het virus doen? Daarnaast laten recente cijfers van het RIVM zien dat, net zoals in de samenleving, het virus nog steeds rondgaat in de sommige verpleeghuizen.

Wil van de Laar, bestuurder bij de Zorgboog en lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis, vindt de versoepelingen ook spannend. Tegen ActiZ vertelt zij hoe zij de afgelopen maanden heeft ervaren en hoe zij vooruitkijkt op de periode na de versoepelingen.

1

Hoe kijk je terug op de afgelopen maanden?

‘Er waren veel zorgen en onzekerheid. We wisten in december nog niet wat we konden verwachten van de Omicron- variant. Het ziekteverzuim onder zorgmedewerkers was toen al hoog, zowel in de intramurale zorg als in de thuiszorg. We vroegen ons af: Stel dat er nog meer medewerkers uitvallen, hoe gaan we daar dan mee om? En hoe krijgen we de roosters rond? In de eerste coronagolven waren medewerkers nog redelijk fit en vitaal. Momenteel is het ziekteverzuim van zorgmedewerkers binnen de sector boven de 10 procent. Hierdoor hebben we moeite met de zorgcontinuïteit in onze teams. We staan echt voor een grote uitdaging met elkaar. Gelukkig hebben we wel  grote winst gemaakt met het samenwerken in de keten. Sinds het begin van corona hebben we nauw contact met onder andere ziekenhuizen, huisartsen en andere VVT- aanbieders. Gezamenlijk pakken we dingen op en weten we elkaar goed te vinden. 

2

Hoe kijk je aan tegen de versoepelingen van aanstaande vrijdag: welke dilemma’s levert dit op?

‘Ik vind het spannend. De maatschappij is natuurlijk ontzettend blij dat alles weer open gaat en dat er meer lucht komt. Maar in de zorg staan we na twee jaar nog steeds voor grote uitdagingen. Enerzijds is er de uitval van zorgmedewerkers, anderzijds hebben we te maken met een kwetsbare groep cliënten. De Omicron-variant is dan wel minder ziekmakend, maar voor een kwetsbare oudere kan een besmetting wél fataal zijn. Je merkt dat het draagvlak voor de beschermende maatregelen afneemt. Maar professionals moeten wel de afweging blijven maken: hoe kan ik mezelf én de kwetsbare cliënt zo goed mogelijk beschermen? Veiligheid van de client blijft hierin voorop staan.

3

Hoe blijven zorgmedewerkers in deze tijd gemotiveerd?

‘Ik heb vooral veel bewondering voor de veerkracht en flexibiliteit van zorgmedewerkers. Ze hebben een enorme drive om de schouders eronder te zetten en ervoor te gaan, zelfs na twee jaar zwoegen in coronatijd. Ze zijn gemotiveerd omdat ze het werk met veel plezier doen en er voldoening uit halen. Er is veel onderlinge betrokkenheid. De wijkverpleging springt bij op intramurale locaties en andersom. Tuurlijk merk je dat de rek er soms uit is, maar ik ben trots op hoe we het steeds weer oplossen met elkaar.'

Tuurlijk merk je dat de rek er soms uit is, maar ik ben trots op hoe we het steeds weer oplossen met elkaar.

Wil van de Laar \

Bestuurder bij de Zorgboog en lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis

4

Hoe maak je de afweging voor de afschaling van zorg?

Vanaf de eerste coronagolf bekijken we continue welke zorg noodzakelijk is en waar we eventueel kunnen afschalen. Er is niet altijd een zorgprofessional nodig, soms kan je ook met andere methodieken en zienswijzen de zorg organiseren. We werken onder andere veel met zorgtechnologie. Daarnaast hebben we een beroep gedaan op ons netwerk aan mantelzorgers. Je stelt de vraag: welke zorg moet er écht nog door een zorgprofessional gedaan worden en wat kan anders? We hebben namelijk een grote groep ouderen te bedienen. En deze groep wordt alleen maar groter in de toekomst. We moeten met z’n allen kijken naar andere oplossingen van zorg. Dat is de grote uitdaging voor de toekomst.

5

Met het oog op de vergrijzing: op welke manier kan je zorg anders organiseren?

Zorgtechnologie is een mooi voorbeeld. Dit heeft door corona echt een boost gekregen. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een medicijndispenser, oogdruppelbril of een hulpmiddel voor het aan-en uittrekken van elastische kousen. We zien hoe succesvol zorgtechnologie omarmd wordt door onze cliënten. Ze staan ervoor open om nieuwe dingen te leren en innovaties te adopteren. Ze ervaren meer onafhankelijkheid en hebben zelf de regie. Dit leidt tot een hogere zelfredzaamheid en een gelukkiger leven. Daarnaast zien we de bereidheid van mantelzorgers om te helpen. Als het nodig is ondersteunen wij ze hierbij. Door de kennis en kunde die zij missen over te brengen.  Zodat ze ook echt wat kunnen betekenen.   

Wil van de Laar

Wil van de Laar

Versoepelingen en werkdruk

De nieuwe versoepelingen gaan in vanaf 25 februari. Dit betekent dat onder meer de 1,5 metermaatregel en grotendeels de coronapas vervalt. Ook is het niet meer verplicht om een mondkapje te dragen.

Ondanks deze versoepelingen, blijft de druk op de zorg hoog. Recente cijfers van Vernet laten zien dat het ziekteverzuim in de zorgsector in één jaar tijd met ruim 15 procent is toegenomen. In de VVT-sector is het ziekteverzuim momenteel zelfs ruim 10 procent. In de afgelopen twintig jaar was het nooit zo hoog. Hierdoor komt de zorg continuïteit in gevaar. ActiZ-voorzitter Anneke Westerlaken zei daar vorige maand over: ‘Het is bitter dat veel cliënten al maanden minder of andere zorg krijgen dan gewend en een nare realiteit dat dit voorlopig niet anders zal worden.’