Leidinggeven aan digitale transformatie hoort onlosmakelijk verbonden te zijn met de strategie van je organisatie. In die heb ik daarom niet zozeer het idee dat ik ‘leidinggeef aan digitale transformatie’. Ik ben bezig mijn organisatie toekomstbestendig te maken en dat vraagt transformatie op verschillende vlakken. Voor mij als bestuurder betekent dat om uit de comfortzone te stappen van zaken die je bekend zijn of je al een keer gedaan hebt en op reis te gaan naar het onbekende. Dat brengt risico’s met zich mee, want het kan ook misgaan. Maar juist díe challenge maakt het heel uitdagend.

Op dit moment zijn wij met IJsselheem voorbereid voor alles wat in technologie op ons afkomt. We staan klaar om ‘plug-and-play’ alle technologie in onze infrastructuur op te nemen. De komende jaren versterken we vooral ook de infrastructuur in al onze locaties om dit mogelijk te maken. Daarnaast zijn wij in de afgelopen twee jaren bezig geweest om onze medewerkers tools aan te reiken om meer wendbaar te zijn in taken en denken. Daar gaan we in de komende jaren mee door. Deze sociale innovatie is van cruciaal belang voor het laten slagen van adaptatie van nieuwe technologie.

Wij zijn vooral heel erg aan het experimenteren met de bijdrage die digitale transformatie kan leveren aan het grote geheel. Digitale transformatie is namelijk geen doel op zich, het is een middel om te zorgen dat clienten meer zelfredzaam kunnen zijn. Bij IJsselheem is al één op de vijf clienten zelfredzaam op een (dagelijkse) bezigheid dankzij de inzet van technologie. Daarnaast draagt het daarmee en daardoor bij aan het toekomstbestendiger maken van de zorg en dienstverlening .

Om te beslissen of en waar wij geld investeren in digitale transformatie kijken wij altijd naar drie aspecten. Het moet; óf het leven van de cliënt verrijken, bijvoorbeeld door meer zelfredzaamheid of meer welzijn, óf het werk van de medewerker verlichten. En als het dan ook nog een positief effect heeft op de bedrijfsvoering, dan zijn we spekkoper. Jaarlijks investeren wij zo’n 5 tot 6% van onze beschikbare middelen in alles wat met digitale transformatie en ICT te maken heeft. Ik denk dat dit budget in de komende jaren verder zal groeien.

En investeren in digitalisering kóst niet alleen geld, maar scheelt ook geld. Door het inzetten van technologie hoeft er namelijk soms geen medewerker te komen of verlicht het de werkdruk op cruciale momenten. En dat is niet alleen in financiële zin fijn, maar ook omdat in de huidige arbeidsmarktkrapte de zorg daardoor gewoon door kan gaan.

Digitale transformatie is een veelkoppig monster. Goede en veilige gegevensuitwisseling is veel meer nog een randvoorwaarde voor veilige zorg dan bijvoorbeeld technologie. Het zorgt er bijvoorbeeld voor dat het overtypen van dossiers niet meer hoeft en dat verkleint de kans op het maken van fouten. Dit lijkt een open deur maar is op dit moment nog steeds dagelijkse praktijk.

Daarnaast is informatie eenvoudig beschikbaar waardoor geen onnodige zorg gegeven wordt Dat zie je bijvoorbeeld bij Advance care planning. Door de beschikbare informatie gaat iemand niet naar het ziekenhuis als diegene zelf de wens heeft om in zijn woonomgeving te blijven. Dit is het directe resultaat van een goede digitale gegevensuitwisseling. Een resultaat dat ook bijdraagt aan het welzijn van de cliënt. En dat is toch waar we het voor doen.

Ten aanzien van (met name) digitale gegevensuitwisseling zou mijn advies zijn: kijk bij collega’s in andere regio’s hoe zij het geregeld hebben. En realiseer je je dat wij dit als VVT-sector niet alleen kunnen. Wij zullen moeten samenwerken met ziekenhuizen, huisartsen en apothekers in de regio. Er is op dit gebied al best veel in Nederland. Het gaat daarom niet zozeer om het ‘wat’ maar het is belangrijker om te kijken naar het ‘met wie’ en ‘hoe’.

Verder is mijn motto: ‘Durf te falen’. Ook technologie waarvan je uiteindelijk besluit het níet aan te schaffen, levert een resultaat. Namelijk: weten wat je niet wilt. Je weet dus altijd meer dan voordat je startte. We moeten af van het idee dat de return on investment direct ná de pilot geëffectueerd kan worden, omdat het een investering vraagt. Zo werkt het gewoon niet altijd. Dus daarom hoop ik dat we als bestuurders, op dit terrein, meer fouten durven te maken en elkaar hierover informeren.