Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Innoveren leestijd 1 min

André Kok: ‘Eenzaamheid is de grootste ziekmaker’

Uitgebreid in gesprek met de bestuurder van zorgorganisatie Manna over het sociaal domein

Link gekopieerd naar klembord

André Kok: ‘Eenzaamheid is de grootste ziekmaker’ keyvisual

Andre Kok

‘Help je cliënten uit eenzaamheid met activiteiten die bij hen passen. Dat bevordert sterk hun gezondheid en voorkomt een zorgvraag.’ Dat stelt Andre Kok, bestuurder van Manna en lid van de ActiZ kerngroep Zorg Thuis, in een gesprek over de waarde van het sociaal domein. Zorg en ondersteuning in het sociaal domein, zoals huishoudelijke hulp, spelen volgens Kok een cruciale rol in het hele zorgsysteem. ‘Een stevig sociaal domein is nodig om de zorg in Nederland te blijven leveren.’

ActiZ Position paper over sociaal domein  

De zorg voor ouderen, chronisch zieken en andere kwetsbare groepen bij hen thuis, in de wijk is in Nederland relatief gezien van een hoog niveau. Kwalitatief goede zorg thuis zal ook in de toekomst beschikbaar blijven, daar staan de leden van branchevereniging ActiZ voor. Maar dan moet het voorkomen van zware zorg op de lange termijn wel de volle aandacht krijgen en houden. Dat stelt ActiZ in het position paper Sociaal Domein en Preventie.  

1

Welke rol vervult Manna binnen het sociaal domein?

‘Binnen het sociaal domein is elke gemeente verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning aan hun inwoners. Manna biedt in heel Twente de sociale diensten aan zoals huishoudelijke ondersteuning, ambulante begeleiding en dagbesteding. Ons belangrijkste speerpunt is het bestrijden van eenzaamheid. Dat raakt alles en iedereen, maar is ook specifiek sociaal domein problematiek. Eenzaamheid wordt wel de grootste ziekmaker van de westerse wereld genoemd.’

‘Help je cliënten om op te staan uit eenzaamheid, met ondersteuning of activiteiten die bij hen passen, dan bevordert dat sterk hun gezondheid. Zij worden daar gelukkiger van. Dat kan je zien als preventie en voorkomt vaak een zorgvraag. Zo ken ik iemand die tot haar 80e werkte. Vanaf de dag dat ze stopte, ging ze bijna dagelijks naar een arts of fysiotherapeut. Totdat we zeiden: ga eens een kopje koffie drinken met mensen. Via dagbesteding kwam ze in contact met mensen met wie ze verhalen kon uitwisselen. Elke week maakte ze weer iets nieuws mee. Doordat ze weer zingeving in haar dagelijks leven had, nam haar zorgvraag af. Dit voorbeeld laat zien hoe het sociaal domein zorg kan voorkomen.’ 

2

Waar moeten we in het sociaal domein meer in investeren?

‘We kunnen het structurele contact dat we met cliënten hebben beter benutten. Bij Manna komen wij wekelijks bij zo’n 5500 mensen achter de voordeur. Je hebt wekelijks contact en bouwt een vertrouwensband op. Daaruit kijk je wat je nog meer voor iemand kunt betekenen. Dat is waardevol bij vroegsignalering en preventie. Daar moet je wel in investeren; dus ga met mensen in gesprek over wat ze nodig hebben, werk samen met andere partijen en betrek het informele netwerk.’

‘Het ondersteunen van mantelzorgers is een ander aandachtspunt. Veel mensen verhuizen naar bijvoorbeeld een verpleeghuis, niet per se omdat ze dat zelf willen maar omdat hun mantelzorgers het niet volhouden. Zorgen voor die mantelzorgers moet veel normaler worden. Samen met de wijkverpleging of de coördinator van de thuiszorg moeten we met mantelzorgers in gesprek over wat zij nodig hebben om het langer vol te houden thuis. Tot slot kunnen we ook echt vernieuwen door veel meer in te zetten op het gemeenschapsdenken: een maatschappij creëren waar mensen naar elkaar omkijken. Dat is eigenlijk een heel ouderwets concept, het zorgen met en voor elkaar. Maar daar kunnen we nu nieuwe wegen in bewandelen door online platforms neer te zetten waar mensen elkaar kunnen vinden.’

3

Wat zijn de opgaves in het sociaal domein?

‘We zien dat mensen steeds langer thuis moeten wonen en dat vaak ook willen en kunnen. Het sociaal domein kan hier veel in betekenen, maar dan moet er wel iets aan de toegang veranderen. Als aanbieders en gemeenten willen we er zijn voor de meest kwetsbare burgers. Ook de mensen die het (financieel) zelf kunnen regelen ondersteunen we. Daar hoeft niet altijd een beroep worden gedaan op publieke middelen. Een inkomensafhankelijke bijdrage lijkt ons zinvol. Ook moeten we meer werken vanuit behoefte. Wat heeft de burger daadwerkelijk nodig? Nu krijgen we een specifieke indicatie vanuit de gemeente over wat er aan zorg of ondersteuning nodig is. Maar als we zelf in gesprek gaan, kan er een hele andere behoefte boven tafel komen. Bijvoorbeeld dat mensen zich zorgen maken over schulden of dat ze hun familie wel voldoende kunnen zien. Dan is er iets anders nodig dan het schoonmaken van de keukenkastjes. Vertrouw daarbij op de professional.’  

‘Een andere opgave is dat we alle hokjes moeten loslaten. We moeten met elkaar de maatschappelijke opgave oppakken en niet afzonderlijk vanuit ieder domein. Je investeert in het sociaal domein dichtbij de cliënt, omdat je gelooft dat mensen daar gelukkiger van worden (en op de lange termijn minder zorg nodig hebben). Dat is ook nodig, als je kijkt naar de groeiende zorgvraag. Zet je het in om op de korte termijn kosten van zorg te besparen, dan sla je de plank mis. Daarin merk ik dat de beelden van zorgaanbieders en gemeenten verschillen. Het is belangrijk dat er een gedeelde bewustwording ontstaat en we een gezamenlijke visie ontwikkelen.’ 

4

Welke randvoorwaarden zijn daarvoor nodig?

‘De belangrijkste randvoorwaarde is een reëel tarief. Uit een enquête onder ActiZ-leden blijkt dat vrijwel geen zorgorganisaties hun diensten in het sociaal domein financieel dekkend kunnen neerzetten. Omdat we bij Manna veel huishoudelijk hulp aanbieden, lukt dat voor ons wel. Maar het is schraal. Kijk je bijvoorbeeld naar preventie en signalering, dan is daar nauwelijks ruimte voor. Gemeentes zitten vaak met financiële problemen, waardoor ze zo zuinig mogelijk inkopen en zo weinig mogelijk investeren. Dat is echt denken op korte termijn. Een simpel voorbeeld: een traplift van 5000 euro, waardoor iemand langer thuis kan blijven wonen, scheelt al gauw 80.000 euro per jaar aan verpleeghuiszorg.’  

‘Ook de huishoudelijke hulp vervult een cruciale rol in het hele zorgsysteem en in langer thuis wonen. Dat moeten we meer op waarde schatten. Hierop bezuinigingen kan ervoor zorgen dat we veel mensen uit het oog verliezen en minder goed (zwaardere) zorgvragen kunnen voorkomen. Naast een reëel tarief moeten gemeentes ook meer zekerheid bieden. Nu werken we vaak met jaarcontracten. Dat maakt investeren en samenwerken lastig. Kortom: gemeentes moeten meer lef tonen en met een langetermijnvisies en afspraken aan de slag gaan. Een stevig sociaal domein is echt nodig om de zorg in Nederland draaiend te houden.’ 

5

Hoe belangrijk is goede samenwerking?

‘Ik zit in een regio waar al best goed wordt samengewerkt tussen zorgorganisaties en gemeenten. De problematiek is dermate groot dat individuele organisaties zien dat ze het niet alleen kunnen. Maar de samenwerking in de keten kan wat mij betreft nog nauwer. De hulp bij het huishouden signaleert heel veel, maar die signalen worden niet of nauwelijks doorgegeven aan de wijkverpleging. Dat kan beter. Als een verpleegkundige een situatie bekijkt of indiceert, dan kun je ook taken bij een huishoudelijk hulp neerleggen die ze nu niet hebben. Denk aan iemand een keer helpen met aankleden. Dat geeft de wijkverpleegkundige ook meer ruimte voor verpleegkundige of medische taken.’  

‘De coronacrisis was een enorme versneller van samenwerken, omdat de nood zo hoog was dat het wel moest. Ook nu moeten we die samenwerking als zorgorganisaties blijven opzoeken en verbinding zoeken van welzijn tot verpleeghuiszorg en tot ziekenhuiszorg. Je ziet dat het heel veel oplevert. En zorgorganisaties kunnen door kennisdelen veel sneller stappen maken, onder meer op het gebied van innovatie.’ 

Download hieronder het Position Paper: 

Mijn ActiZ

De week tegen de Eenzaamheid

De week tegen de Eenzaamheid is 30 september t/m 7 oktober. Als ActiZ-lid vindt u meer informatie over deze week via Mijn ActiZ.