Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

Nieuws leestijd 1 min

‘Wij krijgen het de hele zomer nog voor onze kiezen’

Link gekopieerd naar klembord

In coronatijd is zorg thuis anders dan normaal. ‘Heftig op alle fronten’, zegt John Bos, bestuurder bij Woonzorg Flevoland. ‘Het levert veel vraagstukken op en elke dag komen er nieuwe vraagstukken bij.’

Covid-19 vraagt veel van iedereen die werkt in de zorg. Niet alleen in de ziekenhuizen, maar ook in de ouderenzorg en in de zorg thuis. In de artikelenserie Zorg in coronatijd laten we zien wat covid-19 voor medewerkers en organisaties betekent. Van duivelse dilemma’s tot kansen, van hoge werkdruk tot mooie samenwerkingen. 

‘We zijn begonnen om per wijkteam zorgroutes te bekijken; in geval van crisis welke zorg we per cliënt konden afschalen. Tot op heden hebben we hier slechts incidenteel gebruik van gemaakt. Je kijkt waar dat verantwoord kan. Wijkverpleegkundigen monitoren hoe het gaat met cliënten en blijven in overleg over wat haalbaar is. Thuiszorgmedewerkers zijn gelukkig creatief en kennen weinig handelingsverlegenheid. Ze zijn gewend om in een-op-een situaties keuzes te maken. Soms blijkt een mantelzorger meer beschikbaar, omdat hij of zij niet naar het werk kan. Andere cliënten geven zelf aan liever geen thuiszorg meer te ontvangen. Dat zorgt soms voor dilemma’s. Want hoe verantwoord is dat? We hebben ineens te maken met een categorie zorgmijders en dat betekent dat we weer gesprekken moeten aangaan.’

Praten over wat er gebeurt

Ook het werk zelf brengt vraagstukken met zich mee. ‘In directe zorgmomenten is het heftig voor zorgmedewerkers. In dat opzicht wordt de thuiszorg nog wel eens onderschat. Medewerkers zijn altijd alleen op pad, in de ochtend of avond, ze hebben telkens weer met nieuwe situaties te maken. En veel cliënten leven op dit moment in isolement uit angst voor besmetting, er zijn geen kinderen die langskomen, er is geen bezoek meer. Bijkomend gevolg is dat zij alle tijd hebben zichzelf angstig te maken en volop bezig zijn met het virus. De thuiszorgmedewerker die vervolgens langskomt, krijgt dan alles voor de kiezen. Dat vraagt  veel van hen en van ons als organisatie. De managers doen niets anders dan de hele dag in gesprek gaan. Praten over wat er gebeurt en uitleggen waarom we doen wat we doen.’

Eigen problematiek

‘Daarbij kent corona ook nog zijn eigen problematiek’, vervolgt Bos. ‘De diversiteit aan casustiek is enorm. Er zijn mensen die nu doodziek zijn, maar ook mensen die herstellend uit het ziekenhuis komen. Ook doemen er nieuwe vraagstukken op: wat doe je als iemand twijfelt over een ziekenhuisopname? We kennen een reanimatieprotocol, maar nu moet je een coronaprotocol doornemen. Kun je goed inschatten wat een cliënt wil als je diegene niet goed kent? Wat doet het met je als het een cliënt is waar je juist al jaren komt? En hoe verleen je zorg aan iemand in de palliatieve fase? Normaal zou je dan vijf of zes keer per dag langsgaan. Dat kan niet als iemand corona heeft. Dat vraagt namelijk even zoveel keren volledige bescherming met betrekking tot het aan- , af- en uitdoen van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit is tijdrovend. Het zijn allemaal heftige beslissingen en het is emotioneel zwaar.’

Druk vanuit huis

Veel medewerkers in de thuiszorg voelen soms druk vanuit hun thuissituatie, vertelt Bos. ‘Een partner die zich afvraagt of iemand wel voldoende beschermd is. Of medewerkers die zich zorgen maken over hun zieke moeder. Wat als je een partner thuis hebt, die door de coronacrisis zijn baan is kwijtgeraakt en drie kinderen die ook thuis zijn. Heel veel thuiszorgmedewerkers hebben een deeltijdbaan. Ga je meer werken als het inkomen van je partner wegvalt? Wil je dat, kun je dat? Ook weer vragen die er nu voor medewerkers bij komen en waar wij rekening mee moeten houden. De zorg kan alleen doorgaan als we het met zijn allen doen. Aan ons de taak om medewerkers te steunen.’

Dat doen Bos en de managers door veel contact te houden, maar ook door bijvoorbeeld angst voor besmetting met praktische middelen weg te nemen. Zo mag iedereen bij twijfel chirurgische mondmaskers gebruiken. ‘Daarmee gaan we verder dan de richtlijn van het RIVM. Ook dat is een dilemma. We krijgen veel vragen over bescherming. Cliënten die vragen waarom medewerkers niet beschermd zijn en medewerkers die zich zorgen maken of ze niemand besmetten. Contact in deze tijd is extra belangrijk voor de geruststelling van cliënten en collega’s. We willen en moeten iedereen gemotiveerd en aan boord houden. Als dit daarbij helpt, doen we dat.’

En hoe ziet Bos de komende tijd? ‘Ik maak me vooral zorgen over de lange adem die dit virus gaat vragen. Als in de ziekenhuizen iedereen opgelucht ademhaalt, krijgen wij de hele zomer nog voor de kiezen. We hebben nu al een onevenredig appèl op collega’s gedaan. Ze pakken dat allemaal geweldig op. Iedereen is nog in de flow van we gaan er samen voor. Daar ben ik ook echt heel trots op, maar er komt een moment dat de rek er uit is. Zorgmedewerkers hebben hun hart zo op de goede plek, die gaan maar door. Dus ook dat wordt nog een lastig vraagstuk: hoe gaan we hen tegen zichzelf in bescherming nemen?’