Waar kunnen we je mee helpen?

Ben je naar iets specifieks op zoek? Vul hieronder je zoekterm in en we helpen je graag verder.

Veel gezocht: CAO Duurzaamheid IZA

Aanbevolen

5 vragen aan
Wonen leestijd 1 min

Wat merken zorgorganisaties van het WOZO-programma?

Link gekopieerd naar klembord

Wat merken zorgorganisaties van het WOZO-programma? keyvisual

Thuis zorg in gesprek met vrouw

Halverwege 2022 werd het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg Ouderen (WOZO) gepresenteerd door minister Helder van Langdurige Zorg en Sport. Hoewel ActiZ de beweging steunt, blijven we kritisch op de noodzakelijke voorwaarden, waaronder een passende beloning voor zorgmedewerkers en investeringen in voldoende woon- zorgplekken. Inmiddels zijn we een paar maanden verder en is er veel gebeurd en besproken. Hoe staat het met de voortgang van het programma en wat merken zorgorganisaties er concreet van? We stellen vijf vragen aan Mireille de Wee en Tamara Pieterse, bestuurders van de ActiZ-kerngroep Wonen & Zorg.

Het WOZO-programma

Het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) van minister Helder heeft als doel om een omslag te maken in de organisatie van de zorg en ondersteuning voor ouderen. Betrokken partijen hebben een gemeenschappelijk beeld van de opgave: we willen, we moeten en we kunnen anders. Daarbij is een nieuwe norm geformuleerd: zelf als het kan, thuis als het kan en digitaal als het kan.

1

Minister Helder stuurde voor de kerst een voortgangsbrief over het WOZO-programma naar de Tweede Kamer. Bevatte die brief goed nieuws wat jullie betreft?

Mireille de Wee: ‘Het korte antwoord is ja en nee. In de brief toont minister Helder dat ze realistisch is over de toekomst voor de zorg voor ouderen. Ze zegt letterlijk: 'De redenen om met het WOZO-programma aan de slag te gaan worden met de dag urgenter.' Het was goed te lezen dat minister Helder de regie neemt om het programma samen met de meest betrokken partijen uit te werken. In onze reactie gaven we aan blij te zijn met de inzet, maar we blijven zorgen houden over de uitwerking van specifieke maatregelen. Hoe scheiden van wonen en zorg wordt uitgevoerd bijvoorbeeld, of rondom samenwerking voor zorg en ondersteuning vanuit verschillende domeinen. Dus ja, goed om te zien dat minister Helder de urgentie erkent. Nu moet er veel meer vaart komen in de uitwerking.’

Tamara Pieterse: ‘Daarnaast is het belangrijk dat de boodschap van WOZO meer gedeeld wordt in de samenleving. De zorg voor ouderen wordt anders en dat raakt uiteindelijk iedereen.’

2

Kunnen jullie iets vertellen over de uitwerking van het WOZO-programma?

Pieterse: ‘Die verloopt in een langzamer tempo dan we vooraf hadden verwacht. VWS ging in beginsel vooral aan de slag met het uitwerken van de deelonderwerpen (scheiden van wonen en zorg, behandeling, omslagpunt voor de toegang tot het verpleeghuis, doorontwikkeling kwaliteitskader, meerjarige contractering etc.) maar had te weinig oog voor de integraliteit en samenhang van al die thema’s. Die integraliteit en samenhang is voor ons juist essentieel om deze grote veranderopgave met elkaar te kunnen realiseren. We hadden zorgen over het gebrek aan samenhang in de uitwerking van de individuele maatregelen en hebben deze besproken met VWS. Goed bedoelde keuzes op het ene dossier kunnen anders onbedoelde effecten hebben op andere dossiers.’

De Wee: ‘In de kamerbrief werd duidelijk dat hier meer sturing op komt, dat is een belangrijke stap. Onder meer door een binnenring-overleg te vormen met alleen die partijen die een specifieke positie en verantwoordelijkheid hebben in de beweging. ActiZ is onderdeel van deze binnenring. Ik hoop dat dit gaat bijdragen aan meer samenhang.’

3

Wat verandert er voor individuele zorgorganisaties door het WOZO-programma? 

De Wee: ‘Het programma bevat vergaande maatregelen, dus iedere organisatie merkt er iets van of gaat er iets van merken. Dat er geen verpleeghuisplekken meer bij mogen komen en de capaciteitsuitbreiding alleen nog via scheiden van wonen en zorg is een concreet voorbeeld. Er zijn zorgorganisaties waar vergevorderde bouwplannen voor uitbreiding van verpleeghuiscapaciteit zijn stopgezet. Dat is heel zorgelijk, zeker gezien de oplopende wachtlijsten.’

Pieterse: ‘Er wordt door VWS ook een verkenning gedaan over de toegang tot de verpleeghuiszorg. Dat is nodig, want op dit moment loopt de systeemwerkelijkheid en de praktijkwerkelijkheid steeds verder uit elkaar. De verwachtingen en aanspraken die cliënten hebben staan op gespannen voet met de realiteit van personeelsschaarste en wachtlijsten. Omdat de politiek de keuzes niet in de juiste volgorde maakt, komen professionals in de praktijk in de problemen. Dat is een zorgelijke ontwikkeling.’

4

Welke knelpunten zien jullie in de financiële uitwerking?

De Wee: ‘Er zijn verschillende soorten transitiemiddelen beschikbaar gesteld om de ambities uit het WOZO-programma te realiseren. Maar het zijn zoveel verschillende potjes, met verschillende aanvraagprocedures, voorwaarden en verantwoordingseisen, dat dit voor zorgorganisaties onnavolgbaar is. Zorgorganisaties hebben niets aan transitiemiddelen als de basis van de bedrijfsvoering door ontoereikende tarieven voortdurend onder druk staat. We staan voor een grote veranderopgave, het is de vraag of incidentele middelen het juiste instrument is om deze veranderingen structureel door te voeren. Bovendien is de uitwerking van veel van de transitiemiddelen nog helemaal niet rond en weten zorgorganisaties dus helemaal niet waar ze aan toe zijn. Wat dreigt is dat er zo meteen veel geld ‘overblijft’: óf omdat de regelingen te laat komen óf omdat ze zo complex worden dat het voor zorgorganisaties moeilijk zal zijn er aanspraak op te maken. En dit gaat alleen nog over de transitiemiddelen voor het WOZO-programma. Maar er zijn daarnaast ook nog veel geldstromen en potjes vanuit het IZA. Het aantal geldstromen in de ouderenzorg neemt toe in plaats van af.’ 

Pieterse: ‘De uitwerking van de verschillende WOZO-maatregelen en de financiële effecten ervan zijn nog onduidelijk. Dat brengt voor zorgorganisaties onzekerheid met zich mee. Stabiele inkomsten zijn juist cruciaal om de transformatie in de praktijk te doen slagen. Zeker nu de kosten van zorgorganisaties snel stijgen door de hoge inflatie en de krappe arbeidsmarkt. ActiZ blijft daarom ook pleiten voor marktconforme salarissen en koopkrachtbehoud van onze medewerkers.’
 

5

De minister heeft toegezegd voor het zomerreces een nieuwe voortgangsbrief over het WOZO-programma te sturen. Wat hopen jullie dat er in die brief staat?

Pieterse: ’Ik hoop dat de minister veel van haar ambities concreet heeft gemaakt in maatregelen en afspraken, en dat die in samenhang met elkaar bijdragen aan de uitdagingen waar de ouderenzorg voor staat. Dat de keuze wordt gemaakt om niet te versnipperen maar een aantal zaken heel goed te doen: samen impact maken.’ 

De Wee: ’Maar: uiteindelijk zijn we met de hele samenleving aan zet om het echt anders te gaan doen, om zo de zorg beschikbaar te houden voor de meest kwetsbaren. En dat is ook een oproep aan ons allemaal: juist in uitdagende en onzekere tijden moeten we lef en ondernemerschap laten zien willen we het echt anders gaan doen.’

‘Minister Helder erkent urgentie om zorg voor ouderen anders te organiseren’

De zorg voor ouderen staat onder grote druk. Een snel toenemend aantal (kwetsbare) ouderen, schaarste aan mensen, een hoog ziekteverzuim en hoge energielasten zijn enkele van de uitdagingen waar de ouderenzorg voor staat. Dit verhoogt niet alleen de druk bij zorgaanbieders, maar merken ook mantelzorgers en ouderen zelf. De noodzaak om te handelen is hierdoor nog groter geworden. Dit schrijft minister Helder voor Langdurige Zorg in haar Kamerbrief van 22 december over de voortgang van het programma ‘Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen’. Branchevereniging ActiZ deelt de urgentie die de minister beschrijft.

Lees verder