Versterking wijkverpleging in volle gang
Versterking wijkverpleging in volle gang keyvisual
De wijkverpleging wordt versterkt om zo de vraag naar ziekenhuiszorg in te perken en beter in te spelen op de vergrijzende samenleving. ActiZ, Zorgthuisnl en Zorgverzekeraars Nederland hebben hierover vorig jaar in het Integraal Zorgakkoord (IZA) afspraken gemaakt en die worden nu volop uitgevoerd.
Zo krijgen bijna 700 aanbieders van wijkverpleging in totaal 73 miljoen euro uit het IZA-fonds Wijkverpleging dat vorig jaar door de drie partijen is opgericht. Ook hebben zorgverzekeraars uitvoering gegeven aan de afspraak om de wijkverpleging te versterken, de hiervoor beoogde structurele impuls van 175 miljoen is grotendeels gerealiseerd. Ook staat vanaf 15 januari 2024 het opleidingsfonds wijkverpleging open.
Succesvol IZA-fonds wijkverpleging
Na twee aanvraagrondes is het IZA-fonds wijkverpleging vrijwel volledig opgebruikt. Zo’n 700 aanbieders ontvangen in totaal bijna 73 miljoen euro waarmee zij binnen hun organisatie investeren in toekomstbestendige wijkverpleging. Het geld in het fonds is bedoeld voor projecten die bijdragen aan de doelen van de IZA werkagenda waaronder passende zorg, het aantrekkelijker maken van het beroep en het aanpakken van regeldruk. Alle plannen zijn, afhankelijk van het aangevraagde bedrag, beoordeeld door een onafhankelijke commissie of zorgverzekeraars (die het fonds financieren). De investeringen moeten voor eind 2024 zijn uitgevoerd.
Structurele investering
Een tweede afspraak vanuit het Integraal Zorgakkoord betrof extra structurele contracteringsafspraken van 175 miljoen euro in de wijkverpleging. Uit onderzoek blijkt dat de beoogde structurele intensivering inmiddels grotendeels heeft plaatsgevonden, via zowel verbeterde prijsafspraken als ook andere contractverbeteringen. Alle zorgverzekeraars hebben hieraan naar rato hun bijdrage geleverd.
ActiZ, Zorgthuisnl en ZN zien dit als een belangrijke stap voor de wijkverpleging. Partijen zien nog wel dat de groei van wijkverpleging achterblijft bij wat verwacht kan worden gezien de vergrijzing. Ook is er nog steeds sprake van een onderbesteding van het macrokader wijkverpleging. Daarom maken de drie brancheverenigingen de komende periode een ‘macroplaat’ om feitelijke inzichten te krijgen en te leren(of analyseren) op welke wijze dit samenhangt met specifieke omstandigheden in de wijkverpleging. In de loop van 2024 willen de partijen hierover duidelijkheid hebben om samen verdere stappen te kunnen zetten naar verdere versterking van de wijkverpleging. Ons doel hiermee is de wijkverpleging de essentiële rol te laten vervullen in de beweging naar passende zorg voor thuiswonende ouderen en chronisch zieken, een opgave die de komende jaren alleen maar groter wordt.
Meer investeringen wijkverpleging
Naast het IZA-fonds voor wijkverpleging zijn er meer investeringen die de wijkverpleging een flinke boost moeten geven. Zo is er in 2024 een opleidingsfonds ter waarde van 60 miljoen euro voor het opleiden van nieuw personeel ingericht door zorgverzekeraars. Hiermee willen ZN, Zorgthuisnl en ActiZ, als onderdeel van het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging, een impuls geven aan het meer en anders opleiden in de wijkverpleging.
Wijkverpleging cruciaal
Wijkverpleging is cruciaal in ons zorgsysteem: het voorkomt ziekenhuisopnames, zorgt dat mensen thuis verder kunnen herstellen na een operatie, verlicht het werk van huisartsen en helpt mensen zelfstandig te blijven wonen. In een tijd waarin de maatschappelijke opgave door de vergrijzing groeit, wil de ouderenzorg meehelpen zorg voor mensen beschikbaar te houden en tegelijkertijd aantrekkelijk werk en goede werkomstandigheden te bieden aan medewerkers in de sector.
‘De eerste gevolgen van de vergrijzing zien we al’, zegt ActiZ-voorzitter Anneke Westerlaken. ‘De krappe arbeidsmarkt en de vele vacatures bijvoorbeeld en de wachtlijsten in de ouderenzorg.’ De ouderenzorg kan en wil helpen om bij te dragen aan oplossingen om de vergrijzing het hoofd te bieden. ‘Bijvoorbeeld met het bieden van hulp en ondersteuning aan iemands netwerk, met de introductie van technische hulpmiddelen die mensen helpen zelfstandig te blijven wonen en met passende zorg door zorgprofessionals.’