
Sjaak Langenberg & Rosé de Beer
In gesprek met Sjaak Langenberg
Sjaak Langenberg & Rosé de Beer keyvisual

Sjaak Langenberg is social designer. Hij werkt aan maatschappelijke vraagstukken op een vernieuwende en creatieve manier. Samen met zijn collega Rosé de Beer richt hij zich momenteel op de ouderen- en gehandicaptenzorg en hebben zij onder andere de Sociale Sportschool bedacht.
Op welke manier zet jij je in voor de ouderenzorg?
‘Ik heb samen met Rosé de Beer de Sociale Sportschool ontwikkeld, een initiatief waarbij we ouderen en jonge sporters samenbrengen. In dit project gaan ouderen – die normaal gesproken het verst verwijderd zijn van een beweegaanbod – samen met jonge sporters op bootcamp. Zo worden bijvoorbeeld rolstoelen op een speelse manier ingezet als fitnessapparatuur. Belangrijk is dat de oefeningen voor de sporters fysiek uitdagend blijven, zodat ze echt een volwaardige vervanging vormen voor een regulier fitnessuurtje. Ondertussen ondersteunen en motiveren de ouderen hen, terwijl zij gelijktijdig, op hun eigen tempo lichte oefeningen uitvoeren.’
Waarom zet jij je in voor de ouderenzorg?
‘Het begint voor mij bij persoonlijke ervaringen. Onze moeders werden ouder en kwamen zo in aanraking met de zorg. Ik zag hoe veel dingen goed gingen, maar ook waar het beter kon, en dat motiveerde ons om bij te dragen aan een betere zorg. Als social designer merk ik dat wij uitdagingen op een andere manier benaderen dan in ‘traditionele’ zorg: we experimenteren, testen en ontdekken zo wat wel of niet werkt.
Bovendien spreekt de ouderenzorg mij aan als een sector met een belangrijk maatschappelijk vraagstuk, waaraan wij ons graag willen wijden!’
2040 is de piek van de vergrijzing. Hoe hoop jij dat de ouderenzorg er dan uitziet?
‘Hoewel we niet het volledige probleem kunnen oplossen, geloof ik wel dat we kunnen bijdragen aan een samenleving waarin mensen betekenisvol met elkaar omgaan. Het gaat verder dan mantelzorg alleen; de Sociale Sportschool laat zien dat iedereen kan bijdragen vanuit enthousiasme. Waarom zou een kleinkind niet samen met oma gaan bootcampen, zodat beiden plezier beleven? Of een zorgmedewerker die, tijdens de bootcamp, plotseling opmerkt: “Ik heb deze mevrouw of meneer nog nooit zien lachen, en nu wel.”
Ik hoop – en misschien is dat ook wel onze taak – dat we een beetje lol en zuurstof terugbrengen in de maatschappij. Zelfs binnen dit grote vraagstuk en zonder de ernst ervan te ontkennen, maar juist door te laten zien wat er wél mogelijk is. Samen oefenen in een andere toekomst.'
Welke tip wil jij de sector meegeven om dat te bereiken?
‘Lieke Marsman, dichter des vaderlands, introduceerde in het tv-programma Zomergasten ooit het concept “vertraagtaal”. Ik herken dit ook in de zorg: hoewel de zorgmedewerkers aan het bed vaak uitstekend improviseren, gaat er op bestuurlijk en managementniveau soms veel tijd verloren aan het opstellen van plannen, missies en afspraken.
Mijn advies? Begin gewoon. Experimenteer, probeer en ontdek wat werkt. Zo zie je vanzelf wat aanslaat en wat niet.’
Een oefening tijdens de bootcamp
De Sociale Sportschool is succesvol gestart in ’s-Hertogenbosch en uitgegroeid tot een landelijk platform waar zorg-en welzijnsorganisaties, sportclubs en trainers zich bij aan kunnen sluiten. Samen zorgen zij voor een structureel bootcamp aanbod voor ouderen en sporters op 16 locaties in 9 steden.