‘De aangekondigde besparingen op het budget voor de langdurige zorg zijn onverantwoord’
Ellen Maat, lid kerngroep Wonen & Zorg en voorzitter Raad van Bestuur van Florence, reageert op de Kamerbrief die minister Helder op 17 april 2023 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
‘De aangekondigde besparingen op het budget voor de langdurige zorg zijn onverantwoord’ keyvisual
Minister Conny Helder, langdurige zorg en sport, heeft het voornemen een besparing van 1,2% door te voeren op het Wlz-macrokader (het totaalbudget dat beschikbaar is voor de langdurige zorg). Deze besparing is het gevolg van twee afspraken uit het coalitieakkoord. De minister zal de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) een aanwijzing geven om de besparing met ingang van 2024 in de NZa-tarieven te verwerken. De besparing loopt tot 2026 op tot bijna 3%. Ellen Maat, lid kerngroep Wonen & Zorg, vindt dit onverantwoord. ‘Deze besparing is veel te voorbarig: waarom wil de minister besparen op beleid waarvan de impact nog niet duidelijk is?’
Over welke besparing(en) gaat het?
Minister Helder heeft een Kamerbrief geschreven over haar voornemen om de NZa een aanwijzing te geven over twee maatregelen uit het coalitieakkoord: ‘Meerjarige contracteerruimte en meerjarige budgetafspraken Wlz’ en ‘Doorontwikkeling Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg’. De minister wil de NZa te verzoeken deze besparing met ingang van 2024 in de NZa tarieven te verwerken. Dit heeft een financiële impact op het Wlz-kader (het totaalbudget dat beschikbaar is voor de langdurige zorg) van 1,2% in 2024 en loopt op tot bijna 3% in 2026.
De minister is van mening dat deze besparing nodig is omdat de vraag naar langdurige zorg de afgelopen jaren is toegenomen. Daardoor zijn de kosten ook sterk gestegen. Volgens Helder is deze besparing noodzakelijk in het licht van de houdbare overheidsfinanciën.
Financiële uitdagingen
ActiZ vindt het niet verantwoord om deze besparingen door te voeren, terwijl er nog geen uitgewerkt beleid ligt. ‘Ik begrijp dat het ministerie kijkt naar een juiste balans tussen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid gezien de uitdagingen en vraagstukken van de sector. Maar welk signaal geef je af door nú al te zeggen dat de maatregelen sowieso met minder geld kunnen worden uitgevoerd? Dat is niet realistisch. De impact van het beleid en de onderbouwing van de maatregelen moeten duidelijk zijn voordat sprake kan zijn van een besparing. Daar is het simpelweg te vroeg voor’, benadrukt Maat.
De sector staat momenteel al financieel enorm onder druk. ‘We hebben te maken met veel financiële onzekerheden: hoge inflatie en energiekosten, de herijking van de normatieve huisvestingscomponent (NHC) en druk op de loonkosten en de toename van personeel dat niet in loondienst is als gevolg van hoger verzuim en personeelskrapte. Daarnaast heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) het richttariefpercentage (het vertrekpunt voor de zorginkoop) voor 2024 vastgesteld op een lager percentage dan afgelopen jaren. En dan komt deze korting daar nog bovenop komt. Dit is onverantwoord voor de financiële situatie van zorgorganisaties en daarmee de continuïteit van zorg.’