Het bruist op Boulevard Ruijschenbergh, een initiatief van vvt-organisatie de Zorgboog en gehandicaptenzorgorganisatie ORO. ‘De activiteiten staan centraal en dat is wat mensen verbindt’. Kim Bombeeck legt uit dat er niet gekeken wordt naar iemands achtergrond, maar naar iemands interesse. ‘Mijn hart klopt altijd sneller als ik over de Boulevard loop. Van iemand die snoezelt tot een cursus bloemschikken, van het spelen van spelletjes tot een grote activiteit in de theaterzaal. Het is mooi om te zien dat er altijd iets gebeurt in één van de 10 ruimtes die de Boulevard telt. En nog mooier als je ziet dat deelnemers elkaar helpen.’

Samen betekent een groter aanbod van activiteiten 

De samenwerking tussen ORO en Zorgboog rond Boulevard Ruijschenbergh is gestart om een groter aanbod van dagbestedingsactiviteiten in Gemert te creëren. ORO kende bijvoorbeeld veel kleinschalige dagbesteding op verschillende plekken, maar dat betekende niet alleen dat er naar al die locaties medewerkers moesten, maar ook een beperkt aanbod van activiteiten op zo’n locatie.  ‘Uiteraard waren er in het begin twijfels en zag niet iedereen de voordelen’, vertelt Kim. ‘Maar mensen zagen ook snel dat ze veel meer te bieden hadden: voorheen was doorgaans één activiteit op één locatie, nu zijn er veel meer ruimtes, meer opties en daardoor ook veel meer aanbod van verschillende activiteiten.’  

Boulevard Ruijschenbergh wordt gefinancierd vanuit verschillende potjes: vanuit de Wet langdurige zorg en de Wmo, maar ook vanuit abonnementsgelden voor mensen zonder zorgindicatie die vanuit de buurt willen aansluiten. Vanuit beide zorgorganisaties zijn begeleiders op de Boulevard aanwezig. ‘Niet altijd bij elke activiteit, maar dat blijkt ook niet altijd nodig zo lang ze maar in de buurt zijn’ 

Minder snel zorg 

Lianne Lenssen onderzoekt als projectleider of het dagactiviteitencentrum aansluit bij de doelen die de zorgorganisaties hebben, of het mogelijk is om het op andere plekken ook te organiseren en of het zorgt voor minder of later geïndiceerde zorg. De gemeente Gemert wil weten of de laagdrempelige en gecombineerde dagactiviteiten leiden tot uitstel van Wmo-indicaties. Een eerste inventarisatie bij een kleine groep buurtbewoners lijkt daar wel op te wijzen. ‘Dagbesteding helpt bij het aanbrengen van structuur in de week of de dag en ontmoeting helpt tegen eenzaamheid. Mensen liften voor een paar euro per keer mee op aanbod dat er toch al is, kunnen bijvoorbeeld wekelijks meedoen met een cursus bloemschikken, ontmoeten mensen, doen nieuwe contacten op en hebben plezier. Gemiddeld betekende dit voor zo’n 8 mensen dat er pas vijf en halve maand later dan gedacht een Wmo-indicatie nodig bleek.’ 

Tops 

• Proeflessen voor activiteiten verlagen de drempel voor mensen om mee te doen.  
• Medewerkers uit twee sectoren brengen ook verschillende expertises mee: zo blijken medewerkers uit de gehandicaptensector sterk in creatieve activiteiten en medewerkers uit de ouderenzorg sterk in kleine activiteiten zoals groepsgym of zingen met elkaar. Het versterkt elkaar.  
• In Gemert komen mensen binnenlopen omdat ze de Boulevard zien, maar worden ze ook op het aanbod geattendeerd via mond-op-mond reclame bij bijvoorbeeld de supermarkt die het initiatief en hun klanten kennen, of via doorverwijzing vanuit de wijkverpleging of huisarts. 

Tips 

• Voor het opstarten van een grootschalige dagbesteding voor meerdere doelgroepen lijkt het belangrijk dat er veel mensen uit de doelgroep(en) dichtbij wonen (op ‘pantoffelafstand’),  ook de nabijheid van een zorgcentrum blijkt handig.  
• De activiteiten zijn niet alleen betekenisvol voor deelnemers, maar ontlasten ook mantelzorgers, iets wat makkelijk over het hoofd gezien kan worden bij de opzet van activiteiten.