‘We zien dat jaarlijks ruim 37.000 mensen, vooral kwetsbare ouderen, gebruik maken van eerstelijnsverblijf. En dat die mensen met name afkomstig zijn vanuit de spoedeisende hulp of een ziekenhuisopname achter de rug hebben’, zo legt Ronald Schmidt uit. Maar ook ontlast eerstelijnsverblijf huisartsen. Schmidt: ‘De derde belangrijkste groep ELV-cliënten is namelijk ingestroomd na een huisartsconsult of na doorverwijzing via de huisartsenpost.’ De infographic laat zien dat meeste cliënten na een eerstelijnsverblijf terugkeren naar huis.  

Potentieel beter benutten 

De meeste cliënten die herstellen op het eerstelijnsverblijf hebben één of meerdere aandoeningen die elkaar beïnvloeden, zo blijkt uit de cijfers die ActiZ presenteert. Deze meest intensieve zorg heet ‘ELV hoog complex’. ‘Denk bijvoorbeeld aan iemand met hartfalen, COPD én diabetes type 2. Voor zo’n cliënt is het belangrijk dat al die aspecten behandeld of gemonitord worden, zodat iemand kan herstellen.’  

Ronald Schmidt vindt het opvallend dat het aantal ligdagen van de meest intensieve zorg, maar ook de laag complexe en de palliatief terminale zorg al jaren afneemt. ‘Als we de trend van de afgelopen jaren beschouwen, zien we een dalende lijn: een korter verblijf van cliënten op de ELV.’ Dit zou verklaard kunnen worden door betere en intensievere behandelingen aan het begin van de opname. Schmidt: ‘We zien dat de dalende trend van het aantal ligdagen de laatste drie jaren afvlakt, misschien is voorlopig het maximum bereikt. Zeker omdat we een toename verwachten van cliënten met complexe problematiek. Het potentieel van eerstelijnsverblijf kan nog beter worden benut. Een passende financiering om intensiever te kunnen verzorgen en behandelen is daarbij randvoorwaardelijk. Dit zal invloed gaan hebben op de trend.’ 

Een overzicht van feiten en cijfers over het ELV zijn te vinden in deze infographic.